De molen van Abraham de Hullu (later Nooitgedacht).

Aan aan de kruising Mariaweg/Ringdijk-Noord stond vanaf 1620 de oude Oostmolen van de Strijdersdijk. In 1662 is deze vervangen door de Westmolen uit de Molenpolder. Deze staakmolen woei in 1720 om. In 1721 wordt op die plaats een staakmolen met grotere capaciteit gebouw, De Kat genoemd. Op 27 september 1897 brandt molen De Kat van molenaar Abraham de Hullu volledig af en raakt onherstelbaar vernield. Alleen de bovenas blijft onbeschadigd. Op dezelfde plek, de kruising van de Molendijk met de Mariaweg, laat Abr. de Hullu in 1898 een nieuwe molen met stenen romp bouwen.

De Hullu kiest voor een stenen molen naar het ontwerp van A. Lombaard jr. uit Groede. De bouw wordt gegund aan aannemer Adriaan van Dale uit Cadzand en molenmaker A. Rombouts uit Wachtebeke (B). De inmiddels 175 jaar oude bovenas van de vorige molen kan hergebruikt worden.

Het grootste gedeelte van de benodigde grond voor die belt komt van het land van de hofstede van de familie De Hullu in de Vierhonderdpolder bezuiden de Kerk (hofstede nr.22). Of van die grond ook de bakstenen voor de molenromp zijn gebakken is niet duidelijk. Zeker is wel, dat de stenen zijn gebakken in de veldoven van Kense uit Nieuwvliet.




Links de eerste foto van de molen van Abraham de Hullu. Pas decennia later zal de molen de naam Nooitgedacht krijgen. Zie de vergroting voor details.
De stenen molen heeft aan de voet een belt/molenberg (aarden wal tot aan de wieken) om bij de wieken te kunnen. De wieken zijn hooggeplaatst om meer wind te vangen. De verhoogde plaatsing heeft ook het voordeel, dat voorbijgangers en vee niet door de draaiende wieken geraakt kunnen worden.

Tijdens de bouw vreest De Hullu dat de vlucht te groot wordt en besluit daarom niet hoger te bouwen. Omdat de kap al gereed was, wordt de romp al ter hoogte van de luizolder aan de kapmaat aangepast. Dat verklaart de goed zichtbare knik in de romp.
Abraham de Hullu was in 1880 al molenaar van molen De Kat. Hij zal tot 1931 molenaar van de huidige molen blijven. Daarna werd de molen eigendom van de Erven A. de Hullu met als molenaar Jozias de Hullu. In 1932 wordt een maalstoel met 30 PK motor geplaatst om bij langdurige windstilte te kunnen malen.
In 1933 neemt Jozias de Hullu (foto rechts uit 1936) de molen over. De molen blijft t/m 1943 eigendom van de familie De Hullu.

Rond 1940 besluit molenaar Jozias de Hullu de molenromp te teren, waarschijnlijk omdat deze poreus is.
De Tweede Wereldoorlog is inmiddels in volle gang. Ook Cadzand is bezet. In 1943 besluit de familie De Hullu de molen te verkopen aan Izaak Voogdt.
Tijdens de bevrijding eind 1944 richt Voogdt de molen in als schuilplaats voor dorpsgenoten, (foto rechts: leden van de families Vasseur en Fremouw).
Op de begane grond slapen vrouwen en kinderen en op de eerste verdieping de mannen. De tweede verdieping wordt volgestouwd met strobalen als bescherming tegen een inslag. Geen overbodige luxe, want op 8 oktober 1944 wordt, bij een geallieerde luchtaanval op het S.B.M.tram-emplacement, de kap door een granaat getroffen. Er vallen geen slachtoffers in de molen. In een nabijgelegen huis aan de Molendijk zijn de eerste burgerslachtoffers te betreuren. De schade aan de molen wordt geschat op ƒ 14.000.

Begin 1945 komt de broer van Izaak Voogdt door een noodlottig ongeval in de molen om het leven.

In 1947-'48 kan de zwaar beschadigde molen met steun van de overheid en monumentenzorg hersteld worden. Met onderdelen van ontmantelde molens uit de wijde omgeving wordt het herstel uitgevoerd door molenbouwer Beyk uit Afferden (L). Het Engels kruiwerk en de kruilier zijn van de in 1944 verwoeste beltkorenmolen te Afferden (L). Het vangwiel van de stellingmolen van Risseeuw bij Breskens, werd door projectbegeleider J. J. de Kramer uit Leidschendam verkleind. De hoepelvang komt uit de staakmolen te Groede. Het bovenste wiel, de ijzeren binnenroede van fabr. Van Vynckt en de buitenroede, fabr. Pot, zijn uit de stenen stellingmolen van molenaar Risseeuw uit Groede. De lange spruit, fabr. Pot, komt uit de staakmolen van Scherpbier en daarvoor uit de staakmolen te Breskens. De staartbalk, eveneens fabr. Pot, komt van de stenen grondzeiler „Prins Willem" uit Oostburg. De bovenas, oorspronkelijk uit molen De Kat, kan hergebruikt worden. De wiekvorm heeft een stroomlijn van het systeem-Van Bussel met op de buitenroede twee kleppen (verwijderd in 1960).
Molenaar Voogdt had nooit gedacht dat alles weer goed zou komen. Vanaf dat moment noemt hij de molen 'Nooitgedacht'.

Er blijkt echter geen werk meer te zijn voor ouderwetse graanmolens. Machinaal malen is efficiënter. Molenaar De Hullu had in 1932 al een maalstoel met 30pk motor in de molenberg (begane grond) geplaatst om zijn klanten te bedienen, maar de markt was al verdeeld. Midden jaren '50 start De Voogdt een zuivelhandel en bouwt daarvoor een melkopslag aan de molen. De builzolder (1e verdieping) wordt verbouwd tot woonverblijf. Enkele jaren later verhuist het gezin naar het dorp.
Met het opkomend toerisme in Cadzand is er dringend behoefte aan slaapgelegenheden. Het woonverblijf en de ruimte daarboven worden in 1959 verbouwd tot 2 vakantieverblijven. Het aandrijfmechanisme van de in onbruik geraakte molen is verwijderd. Een triest einde.
Een vakantieverblijf in een zwarte, geteerde molen is onacceptabel. Waarschijnlijk op advies van burgemeester J. Leenhouts wordt de molen wit geschilderd. Eerst moet de teerlaag van de muur verwijderd worden. Dit kan alleen door handmatig de teer er af te hakken. Daarbij wordt de romp zwaar beschadigd, de waterwerende baklaag van de buitenste laag stenen is verdwenen. De verflaag lost dit probleem niet op.



In 1968 verkoopt De Voogdt zijn molen aan de ondernemers G. Vermeulen en F. Verbiest. De begane grond wordt uitgaansgelegenheid ‘Bar De Meulen’. De aangebouwde melkopslag wordt toiletruimte. Compagnon Vermeulen haakt al na enkele maanden af.
De bar is tot de brand in 1974 het trefpunt van de inwoners van Cadzand en de vakantiegangers.




Op dinsdagavond 12 februari 1974 krijgt de vrijwillige brandweer van Cadzand het bericht dat de Nooitgedacht in brand staat. Met de romp als schoorsteen is het meteen een uitslaande brand. Commandant Ko de Wolf (zie: Prinsestraat) vraagt onmiddellijk assistentie van de brandweerkorpsen van Oostburg, Breskens en Terneuzen. De molenberg is spekglad van het bluswater, waardoor de brandweerlieden telkens terugglijden. Een ijlings opgeroepen hoogwerker uit Terneuzen kan niets meer uitrichten. Er is niets meer te redden. De molen brandt geheel uit. De oorzaak van de brand is nooit achterhaald.

In 1973-’74, vlak voor de brand, wilden enkele leden van de Lionsclub West-Zeeuws-Vlaanderen een stichting oprichten om vervallen korenmolens uit de streek te restaureren. Gedacht werd aan de lekkende molen van Retranchement. Twee weken na de brand in Cadzand wordt de Stichting Molenbehoud West Zeeuws-Vlaanderen opgericht met als doel de restauratie van de Nooitgedacht. Met acties onder de bevolking en steun van het rijk, de provincies en de gemeenten kan begonnen worden met de restauratie onder leiding van molenmaker Fa. Saendijck uit Zaandam. Het doel is om de molen weer in zijn originele staat terug te brengen. Onderdelen vanuit het hele land, maar ook nieuwe materialen worden toegepast. De kruilier wordt vervangen door een kruirad. De Van Bussel stroomlijnwieken uit 1947 worden vervangen door fokwieken met remkleppen op de vier einden. IJzeren binnen- en buitenroeden, fabr. Derckx, worden aangebracht. De staart kreeg weer een kruiwiel en een houten lange spruit.
De bovenas uit 1721 van molen De Kat, die in 1820 omwaaide, in 1897 verbrandde en in 1944 een granaatinslag overleefde, blijkt ook na de brand in 1974 nog bruikbaar voor restauratie van de Nooitgedacht.
De witte romp wordt gezandstraald om de originele baksteenkleur terug te krijgen. Maar daardoor wordt de muur, die al beschadigd werd in 1959, nog poreuzer.
Condensvorming door het grote temperatuursverschil tussen buiten en binnen in de molen is tot op heden een groot probleem. Het houten binnenwerk lijdt daar onder.


Op 14 mei 1977 is de Nooitgedacht weer in originele staat. De ingebruikname geschiedt in het bijzijn van vertegenwoordigers van de overheid, de Lionsclub en uiteraard de Stichting Molenbehoud West Zeeuws-Vlaanderen. Er is nog geen molenaar aangesteld, dus is Piet Luteijn uit Sasput de gast-molenaar op die dag (foto rechts).
Lokaal bekende verenigingen luisteren het feest op, zoals het Gemengd Kerkkoor Cadzand, muziekvereniging Excelsior,
operette- en musicalvereniging ZOMA en de volksdansvereniging
Avogro uit Breskens.
Na de feestelijke opening is er een groot feest met varken-aan-het-spit voor alle belangstellenden in de Citroën-garage van Verduijn tegenover de molen.


Kort na de opening worden Hans en Anne-Lies Soet vrijwillig molenaars-echtpaar van de Cadzandse molen Nooitgedacht. Om bezoekers te trekken, organiseren zij rondleidingen, kinderfeestjes, foto-exposities en verkopen meelprodukten met bijbehorende recepten, ansichtkaarten en stickers.
(foto links) Na enkele jaren komt daaraan abrupt een einde. In 1984 raakt Hans verstrikt in het maalmechanisme en overlijdt. De molen staat stil.

In 1985 wordt Sjaak Herman (foto rechts) bereidt gevonden de vrijwillig molenaar van de Nooitgedacht te worden. Het echtpaar Herman-Fremouw zetten de activiteiten van het echtpaar Soet voort. De vaste bezoekdagen woensdag en zondag worden ingesteld. In 2019 is Sjaak nog steeds actief.

In 1989 wordt in de as een 66 mm lange scheur ontdekt in een rib tussen het vangwiel en de hals. Deze scheur is door middel van kramtechniek gerepareerd.

Anno 2004 is er nog steeds het probleem van de poreuze romp. Na iedere regenbui sijpelt het water langs de binnenmuren. De houten aandrijving en het interieur van de molen zijn in de loop der jaren ernstig aangetast. De reparatiekosten zijn € 50.000 en worden door prijsaanpassingen elk jaar hoger. De Rijksdienst voor Monumentenzorg (RDMZ) zou een deel van de kosten kunnen bijdragen en brengt bezoeken in 2004 en 2005. Na reorganisatie van RDMZ eind 2006 blijkt er, bij navraag over de stand van zaken, helaas geen dossier te bestaan over een molen Nooitgedacht uit Cadzand. De contactpersonen uit 2004/ 2005 zijn er niet meer werkzaam.
Na een nieuwe aanvraag in 2007 wordt het advies van een zeer gerenommeerd Zeeuws architectenbureau afgekeurd. Geen subsidie, geen reparatie.

De conditie van de molen gaat snel achteruit. Met entreegeld, verkoop van meel, pannenkoekacties, donaties van ‘Vrienden van de molen’ en subsidie van de gemeente Sluis kan onderhoud stapsgewijs worden uitgevoerd. In 2010 is er geld beschikbaar voor het aanbrengen van plastic folie tussen de romp en de molenberg. Dat verhindert het binnendringen van grondwater.
In 2011 kan de romp gedeeltelijk gerepareerd worden. De westzijde wordt gevoegd met mortel Jahn 10, bestand tegen ons zeeklimaat. Uitgemergelde stenen worden uitgebikt en vervangen door dezelfde steensoort, afkomstig van een afbraakpand in Groede. Evenals de stenen van de molenromp, zijn deze stenen afkomstig van steenbakkerij Kense uit Nieuwvliet.

(De dikke bakstenen romp vormt samen met de dikke aarden wal een uitstekende isolatie van de binnenruimte. De buitenlucht met een bovengemiddelde r.v. vanwege het zeeklimaat, geeft condensvorming tegen de koele binnenmuur. De molenromp is niet doorgeslagen, omdat in dat geval het pleisterwerk op de binnenmuur zou losweken. Het waterdicht maken van de buitenste laag bakstenen zal derhalve geen effect hebben. BV)


De stichting Molenbehoud West Zeeuws-Vlaanderen hoopt binnenkort weer voldoende geld in kas te hebben om ook de oostkant opnieuw te voegen. Op het verlanglijstje staat nog het egaliseren van de buitenmuur voor het aanbrengen van een coating.

Wilt u helpen? Ook U kunt VRIEND VAN DE MOLEN worden!


Bron:
Wentelende Wieken, Jaap Boekhout, 1998
Vereniging De Hollandse Molen
Allemolens.nl
Stichting Molenbehoud Zeeuws-Vlaanderen, Sjaak Herman
Zeeuws Archief
Noire, Laura de; materialen en technieken in historische metselconstructies; 2017
Kees Legrand (BW Oostburg)
Piet de Wolf (BW Cadzand)
cadzandgeschiedenis.nl, Bert Voets