RETRANCHEMENT

In 1604 neemt Maurits van Nassau het eiland van Cadsand in. De soldaten in de redouten St. Jan, St, Pieter Terhofstede geven zich zonder slag of stoot over en mogen zonder incidenten vertrekken. De redouten worden geslecht en er worden nieuwe forten gebouwd in de polder het Kwade Schelland.


‘Caerte van T’VRYE synde een Gedeelte en Lidt van VLAENDEREN Waer in vertoont wert de tegenwoordige ghelegentheijt van de Stadt Sluys Cadsand ende doorgesteken Polders.’
4. 'Een vierbaken om in tijt va(n) noot te gebruijken'
5. 'Een nieu Fort aen de Duijnen geleijt' (later genaamd fort Oranje)
6. 't Fort ter Hofste'. (Dit moet zijn Fort Nassau. Fort Ter Hofstede was in 1604 nog maar een ruïne. Prins Maurits laat daarom honderd meter verderop een nieuw fort bouwen: fort Nassau.)
7. Een nieuw gemaeckte wech deur t’ verdro(n)cken landt.
Het gehele bouwwerk heet retranchement Cadsandria. Linksboven: het legerkamp van Prins Maurits.

Het retrenchement Cadsandria, gebouwd vanaf 1621, is vermoedelijk een ontwerp van David van Orliens of van Philips Vlaming. In eerste instantie had het een onregelmatige vorm, maar kreeg daarna zijn vorm met drie bastions aan de landzijde.
Er zijn permanent soldaten met hun gezin binnen de wallen van retranchement Cadsandria gelegerd. Vanaf 1621 verrichten de predikanten van Sluis, Cadzand en Sint Anna ter Muiden de diensten het retranchement (lijst predikanten). In 1623 is de eerste schoolmeester, Jan de Weertz, in dienst genomen (lijst schoolmeesters).

In 1625 heeft het garnizoen te lijden van de pest, een besmettelijke ziekte waarbij vaak een kwart van de bevolking overlijdt. Om de ziekte te bestrijden is in 1631 een pesthuis gebouwd, gescheiden van het Retranchement.
 Predikant J. Rutingerus wordt aangesteld voor het zielenheil van de manschappen. Hij is in 1635 afgezet toen bleek dat hij geen predikant was (lijst predikanten). De diensten worden gehouden in een houten noodkerk aan de huidige Markt.
In 1643 geeft de Staten-Generaal toestemming aan burger Gommert Ceulemans (†1647, Cadzand) voor het bouwen van een stenen huis binnen de wallen en krijgt Bartholomeus de Vos van de Raad van State toestemming een staakmolen te bouwen met de functie van korenmolen.

In 1643 wordt besloten om het fort Terhofstede weer op te bouwen. (op de tekening rechtsboven).
Het fort wordt Fort Berchem genoemd, naar de eigenaars van de polder. Het moet een sluis in het 'Canael naer Sluys' bewaken. Een betere benaming is 'Redoute van Berchem'. Het is namelijk een klein fort, geheel omsloten door aarden wallen. Als zo'n schans alleen uitspringende hoeken heeft, en dus geen terug naar binnen springende hoeken, dan wordt zo'n schans een redoute genoemd. Ook dit fort verdwijnt in de loop der tijden door verwaarlozing en overstromingen.

Bij de Vrede van Münster in 1648 is bepaald dat het retrenchement als vestingwerk ontmanteld dient te worden. Pas in 1680 wordt met deze werkzaamheden begonnen. In 1654 zijn een kerk en een aantal huizen bijgeplaatst: het dorp Retranchement.
In 1666 wordt Retranchement nogmaals geteisterd door de pest. Commandeur J.T. Bauman krijgt de opdracht het fort Berchem voor de zieken in te richten.

In 1676 telt het dorp binnen de omwalling van Retranchement 25 huizen.
In 1681 komt het retranchement onder het rechtsgebied van Het Vrije van Sluis. De militaire gebouwen worden gesloopt en verkocht. De omwalling blijft echter uit oogpunt van beveiliging tegen de zee liggen. De troepen worden op het wachtschip overgebracht, dat op het Zwin bij Retranchement voor anker ligt.
Tot grote ontsteltenis van de burgerij breekt op dit schip eveneens de pest uit. Men wist maar al te goed; dat pest krijgen betekent: aan pest sterven. Om nu zelf van de gevreesde ziekte verschoond te blijven steekt de burgerij op zekere nacht, na rijp beraad, het wachtschip in brand. Zo zeker is men er van, dat de bemanning toch ten dode opgeschreven is. Of dit voorval historisch juist is, is niet met zekerheid te zeggen. Een feit is evenwel, dat de Retranchementenaren momenteel nog de scheldnaam 'Mensenbranders' dragen.

Het fort Oranje wordt in 1682 ten gevolge van een geweldige stormvloed weggespoeld. Onder leiding van Carl Diederik du Moulin brengt men in 1784 bij de resterende vesting verbeteringen aan.
Als in 1688 de Zandpolder overstroomd (de sant polder ligt met de zee gemeen), vertrekken de bewoners naar Retranchement.

GEMEENTE RETRANCHEMENT 1796-1970
Bij wet van 13 februari 1796 heffen de Fransen Staat-Vlaanderen op als zelfstandig departement. Het wordt gevoegd bij het ‘departement de l’Escaut’, met Gent als hoofdplaats. Dat departement is verdeeld in 44 kantons. Alle plaatsen met minder dan 5000 inwoners wordt het zelfstandig bestuur ontnomen. De enige zelfstandigheid die dergelijke plaatsen behouden, is de keuze van een eigen ‘agent municipal’ en diens plaatsvervanger. De eerste in Retranchement is de voormalige hoofdman Joost du Bois, die in 1797 wordt opgevolgd door Levinis Basting. Deze kantonnale administratie wordt weer opgeheven bij wet van 17 februari 1800. De plaatsen met minder dan 5000 inwoners krijgen hun zelfstandigheid weer terug. Er wordt nu een ‘maire’ aangesteld, met onder hem een ‘adjoint-maire’ en daarnaast een uit tien personen bestaande ‘conseil municipal’, een voorloper van de latere gemeenteraad. Basting blijft in functie, nu als maire. Op 16 augustus 1802 wordt hij van zijn ambt ontheven nadat hij is beschuldigd van fraude. Pieter van Gilst, zijn adjoint, volgt hem op, in 1817 opgevolgd door Jozias Basting. Onderstaand de lijst burgemeesters.

Napoleon heeft soldaten nodig om zijn vele oorlogen te voeren. In zijn hele keizerrijk voert hij daarom de dienstplicht in. Vijf personen uit Retranchement (500 inwoners) moeten in 1811 onder de wapenen. De mannen sneuvelen op het slagveld.

In 1814 komt er een eind aan twintig jaar Frans bestuur. Op 11 december 1819 verkrijgt Retranchement het recht, verleend door de Hoge Raad van Adel, tot het voeren van een wapen, dat bestaat uit het wapen van Het Vrije van Sluis, met in de rechterbovenhoek de letter ‘R ‘.

BURGEMEESTERS VAN RETRANCHEMENT
1817-1840 Jozias Basting, Schout/ 1840-1853 Isaac Risseeuw Jz (1793-1884)/ 1853-1856 Mattheus (M.) Scheele (1792-1870), tevens burgemeester van Cadzand (1843-1856)/ 1856-1870 H.S. de Smidt, tevens burgemeester van Cadzand en Zuidzande (beide 1856-1870)/ 1870-1906 I. Risseeuw Jz (1822-1907)/ 1906-1932 W.J. Almekinders (1857-1932)/ 1932-1946 A.I Leenhouts (1877- ), voorheen 9 jaar wethouder/ 1946-1970 J.A. Leenhouts, tevens burgemeester van Cadzand (1946-1970) en waarnemend burgemeester van Nieuwvliet (1967-1970).


In 1848 is een nieuwe gemeenteschool gebouwd aan de Markt door L. Kuiler. De school wordt  in 1885 ingericht als gemeentehuis.

De plaatselijke vissers maakten gebruik van een natuurlijke inham bij fort Oranje als haven. Na de inpoldering van 't Zwin met de aanleg van de Internationale Dijk, is de haven drooggevallen. Men meert af tegen deze dijk. Het laatste schip is van beurtschipper Johannes Wale, die het beurtvervoer tussen Breskens en Rotterdam onderhield. Na zijn dood in 1871 is het schip in 1873 bij opbod verkocht door zijn weduwe Pieternella Hennefreund/ Hennefrunt.
Eerst in 1902 wordt in Cadzand een haven gegraven, bereikbaar via de ingang van het uitwateringskanaal. Het wordt de thuishaven van onder andere de hoogaarsen RTM1 en RTM2 van de gebr. De Voldere, alsmede het beurtschip van Jac.de Voldere, varende tussen Cadzand en Rotterdam.

Burgemeester Risseeuw laat in 1880 straatverlichting aanbrengen, bestaande uit 3 petroleumlantaarns op een eikenhouten paal. Ze worden geplaatst op Terhofstede in de moestuin van Jozias Porreij, in Retranchement bij de schuur van Willem Calland en op de Markt. A. Gillischen-Verschage wordt de laantaarnaansteker, levert de petroleum en onderhoudt de lantaarns. De straatverlichting zal branden van november t/m februari.

Op 31 juli 1914 besluit de Nederlandse regering, gezien de ernstige aard van de ontwikkelingen op het Europese politieke toneel, tot een algemene mobilisatie van land- en zeestrijdkrachten. De eerste mobilisatiedag is l augustus. Nederland stelt zich neutraal op in de Eerste Wereldoorlog. Ook Retranchement krijgt honderden militairen, die ondergebracht worden in barakken aan de rand van het dorp. Het Christelijk Militair Tehuis is gevestigd aan de Noordstraat 10. De schuur van Abraham de Ridder, Noordstraat 11, is ingericht als noodkerk.
Café (Het oude) Zeezicht van herbergierster Louise Kippens (Louise van Groll-de Kuber), café Le Hollandais van David Luteyn en café De Zon van Ko de Voldere genieten enorme belangstelling van de soldaten. (in 1841 wordt de herberg aan de markt al genoemd, bewoond door J. de Kok)



Een Belgische dame laat een huisje bouwen aan de Nederlandse kant van de Internationale Dijk door het Zwin, die in 1870 werd aangelegd. Louise van Grol-De Kudder huurt het huisje. Ze staat bekend als Louise Kippes. Zij drijft in het huisje een café, genaamd Het Oude Zeezicht, voor de honderden dijkwerkers en kanaalgravers. Haar man verzorgt de akker, de schorren en de schapen. Bij het uitbreken van de oorlog in 1914 komen Belgische vluchtelingen uit Knokke via de Internationale Dijk bij het eerste Nederlandse huis aan, het café van Louise. Zij mogen allemaal blijven, ze krijgen allemaal te eten, maar ze moeten ook allen aan de slag, ieder naar zijn vermogen. Louise Kippes (1838-1928) is opgevolgd door haar dochter Sanna, die werd opgevolgd door haar dochter Jannetje.



In okt. 1925 kan de S.B.M.-tramlijn van Cadzand naar Retranchement in gebruik genomen worden. De route loopt vanaf het kruispunt bij de molen via de Ringdijk-Zuid en de polders naar Retranchement. De lijn wordt in eerste instantie gebruikt voor het vervoer van suikerbieten. Door tekort aan salonrijtuigen is het personenvervoer eerst op 2 apr. 1926 op gang gekomen. De aansluiting Retranchement-Knokke laat nog enkele jaren op zich wachten.
Foto: 19 juli 1929, Markt Retranchement
Op 19 juli 1929 is de geëlectrificeerde tramlijn Knokke-Retranchement officieel in gebruik genomen. De markt is de overstapplaats naar de S.B.M.-tram naar Cadzand. In 1936-’37 komen 's zondags veel Belgische toeristen met de tram uit Maldeghem-Knokke naar Cadzand voor een dagje strand. Het zijn trams met soms 12 rijtuigen! Op 30 aug 1939 is de lijn Knokke-Retranchement opgeheven.


In 1939 wordt het Nederlandse leger gemobiliseerd. In Retranchement worden (dienstplichtige) militairen gestationeerd. Op 19 mei 1940 krijgen ze het bevel zich bij het Belgische leger te voegen. Franse en Belgische (Waalse) troepen nemen de verdediging over. Enkele dagen later vertrekken ook die.

Op 27 mei 1940 arriveren de eerste Duitse troepen. Officieren nemen de grotere woningen in bezit, de man-schappen worden bij burgers inge-kwartierd. Het is een vervelende situatie, maar bevolking en Duitsers kunnen met elkaar overweg. Ze gedragen zich netter dan de Walen!



De Queen's Own Rifles of Canada veroveren op 29 oktober 1944 Retranchement. De bezetter blijkt de dag ervoor vertrokken te zijn naar Terhofstede. De in enkele kelders achtergebleven “Jerry's” worden krijgsgevangen gemaakt. Aansluitend wordt Terhofstede schoongeveegd.
Foto links: 1 nov. Duitse krijgsgevangenen bij de kerk in Retranchement, wachtend op transport naar Belgische krijgsgevangenkampen.

Op 31 oktober krijgt het 6th Field Company, Royal Canadian Engineers de opdracht een noodbrug (Bailey-brug) over het afwateringskanaal te bouwen. Sergant John Lockhart Hickman is daarbij dodelijk getroffen door mortiervuur. Hij was getrouwd met Angelia Hutchings. Sgt. J.L. Hickman ligt begraven in graf 10B9 op het Canadian War Cemetery te Adegem, België. De huidige brug is naar hem vernoemd. Elk jaar vind er bij de brug een herdenking plaats. (foto rechts: sgt. J.L. Hickman).

Op dinsdag 4 juni 1946 wordt de heer J.A Leenhouts geïnstalleerd als burgemeester van Retranchement/ Terhofstede. De heer Leenhouts is geen vreemde voor de inwoners. Hij heeft het lager onderwijs in Retranchement genoten en was vanaf 1937 gemeentesecretaris van de gemeenten Retranchement en Cadzand.
De inhuldiging in Retranchement is indrukwekkend. Het hele dorp is feestelijk versierd. Er zijn erepoorten opgericht, waarvan de monumentale erepoort in de Dorpsstraat de meeste indruk maakt. Om 10 uur wordt de heer Leenhouts aan de gemeentegrens door alle inwoners afgehaald. In optocht, met muziekvereniging Ons Genoegen voorop, gaat het naar het gemeentehuis waar hij wordt ontvangen door loco-burgemeester J.A. Pattist. Na de plechtige installatie maakt een historische stoet van 20 pronkwagens, bevolkt met passagiers in klederdracht een rondgang door de gemeente. De volksdansen van een groep van 15 paren klompendansers vallen zeer in de smaak. Verder is er een zanghulde van de schoolkinderen, met een lied gecomponeerd door meester Van Houte, en zijn er volksspelen. 's Avonds wordt het feest voortgezet op de Markt met muziek en dans tot in de kleine uurtjes. Hij krijgt allereerst de zware taak om Retranchement en Cadzand weer op te bouwen.



Op 1 april 1970 vindt een gemeentelijke herindeling plaats. Retranchement wordt toegevoegd aan de gemeente Sluis. In 2003 zijn de gemeenten Sluis en Oostburg samengevoegd onder de naam 'gemeente Sluis'.

Bron:
Kaart, Jacob Mogge, 1648.
Kaart, drukker Blaeu, 1643.
Haverkamp, Okke; Vergeten hoek, 1947
Biekorf; Zeeuwsch-Vlaanderen en zijn molenbezit; 1975
gemeentearchief Sluis
Hoogstraten, M. van; De Molens van Zeeland; 1964
servicehistorique.sga.defense.gouv.fr
ethesis.net
isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-van-de-dienstplicht
Nationaal Militair Museum
H+N+S; Forten en Schansen, 2003
Landolt, H.M.F.; Militair woordenboek; 1861
The Queen's Own Rifles of Canada, war diary
Roches, J. des; Dictionnaire Francois-Flamand, deel 2; 1805
J.A. Hennekey
Zeeuws Tijdschrift; M.P. de Bruin
Krantenbank Zeeland
museum Breskens
Wilderom, M.H.; Tussen afsluitdammen en deltawerken IV Zeeuws Vlaanderen, 1973.
Cadzandgeschiedenis, Bert Voets