9) OUDELANDSCHE POLDER, 20ste BEGIN, DE SCHAAR
Herenweg 1


Op deze hofstede, waarvan het woonhuis blijkens de jaarankers in 1639 is gebouwd, woonden omstreeks 1687 waarschijnlijk Jan de Vos Gerardszoon en Jacoba van Hoecke. Zeker is het dat hij er woonde in 1697. Op 27 februari 1697 verkocht Pieter Caulier uit 's-Gravenhage de timmer voor ƒ 3000,- aan Abraham van Houte en Marie Cleenwerck, die tevoren op de Berghofstede hadden gewoond (nr. 3). Deze gingen nu hier boeren. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde Abraham van Houte met Anne Taillie op 26 december 1705. De man is gestorven op 29 januari 1729, de vrouw op 30 april 1733. Daarna is op het hof gebleven de zoon Pieter van Houte, die op 30 mei 1736 huwde met Elizabeth van Houte Daniëlsdochter. Pieter van Houte stierf op l april 1746 en de weduwe hertrouwde op 6 augustus 1747 met Abraham du Pré. Deze overleed op 30 januari 1779 en zijn vrouw op 21 februari 1781.
Haar erfgenamen hebben in hetzelfde jaar de timmer, de plantage en de eigendom van omtrent 69,5 gemeten met daarbij nog omtrent 71,5 gemeten pachtland voor ƒ 17.400 verkocht aan Abraham van Peenen en Pieternella de Mersseman, die hier van onder Groede zijn overgekomen. Zij hebben hier gewoond tot in 1810, toen zij vertrokken naar een hofstede in de Henricus-polder onder Oostburg. Zij ruilden die hofstede met Jacob van de Plassche, die hier kwam wonen. Van de Plassche was weduwnaar van Catharina Zonnevijlle en huwde op 20 mei 1812 met Janna de Witte, weduwe van Mattheüs de Bruijne. Zij bleven hier wonen tot in 1823, toen zij vertrokken naar Sint Kruis.
In hun plaats kwamen Hubrecht van Peenen en Johanna van de Plassche. De vrouw is gestorven op 13 april 1852, de man in augustus 1853. Daarop is de hofstede verkocht aan hun zoon Hubrecht van Peenen gehuwd met Suzanna Sara Erasmus. In 1855 is er als pachter opgekomen diens broer Jacob van Peenen, die in 1864 trouwde met Martijntje de Bruijne. Deze is gestorven op 3 april 1887. In 1889 zijn op deze hofstede gekomen Jannes Kools en Pieternella Kotvis. Deze vertrokken in 1898 naar de Eijkepolder onder Zuidzande (nr. 28). In datzelfde jaar zijn hier uit de Pieterspolder onder Biervliet (nr. 13) gekomen Pieter Leenhouts en Johanna Almekinders. In 1910 zijn deze opgevolgd door Hubrecht Jannes van Peenen en Johanna Adriana Boogerd, die in 1917 zijn vertrokken. Sedertdien werd de hofstede beboerd door Meeuwis Heijnsdijk en Magdalena Maria Dees, beiden afkomstig uit het Land van Axel.
In 1933 kwamen op deze boerderij Jacobus Meeuwse uit Sluis, geboren te Oudelande in 1870 en Janna Catharina Guyljam, geboren in 1886 in Poortvliet. Zij verdwenen weer in 1934, en werden opgevolgd door Jacob Johannes Bril, gehuwd met Maria Deborah Pladdet uit Sluiskil. In 1968 kwam Pieter Izaak van Cruijningen Pieterszoon, in 1956 gehuwd met de dochter Cornelia Theuna Bril, op de boerderij (van Zuidzande nr. 34). Thans Melkveebedrijf Van de Heuvel.

Bron:
De Hofsteden van Cadzand, J. de Hullu, 1928
De hofsteden van Cadzand, Retranchement en Zuidzande, drs. H.A.M. van de Vijver, 1977
L. Fremouw