3) OUDELANDSCHE POLDER, 30ste BEGIN 't NOORDLAND GEZEGD DEN VAL.
Badhuisweg 39, De Berghofstede.

Lieven Stevens, geboren naar schatting in 1610, getrouwd met Centelijntje Bavens Verdouw (geboren te Cadzand in 1607, overleden in 1683), beboerde de Berghofstede. Hij was tevens mede-eigenaar van de korenmolen in Nieuwvliet. Lieve Stevens overleed in 1673. Op 28.11.1673 droeg de weduwe de timmer van dit hof over aan haar dochter Berbel Stevens, geboren in 1642, en haar tweede man Adriaan Stoppels met wie ze in 1673 trouwde. De dochter overlijdt in 1679.
Op 26 februari 1686 werd aan Isaac van Houte, vluchteling om des geloofs wil uit op omtrek van Calais, voor ƒ 3.200 overgedragen de timmer dezer hofstede met de plantage en de baning van 161 gemeten 253 roeden pachtland. Opkelijk heeft genoemde van Houte ze na die bewoond.
(foto boven: de Berghofstede in 1900)
Omstreeks 1697 woonde hier zijn zoon Abraham van Houte, die op 8 augustus 1688 was getrouwd met Maria Cleenwerck. Op 18 april 1697 droeg Isaac van Houte voornoemd de timmer en de plantage voor ruim ƒ 4.644 over, half aan zijn neef-oomzegger Isaac van Houte Jacobszoon, half aan Simon Albert. Laatstgemelde Isaac van Houte Jacobszoon schijnt hier zijn neef Abraham van Houte te zijn opgevolgd, vast staat dat hij de Berghofstede bewoonde in 1702, in welk jaar hij van Simon Albert de wederhelft van de timmer overnam voor ƒ 2262.
Isaac van Houte Jacobszoon trouwde 16 maart 1697 met Jeanne Albert. Deze vrouw overleed in maart 1708, de man hertrouwde 10 mei 1711 met Elizabeth Bocquet. Deze vrouw gestorven 16 maart 1715, de man 31 mei 1723. De erfgenamen droegen op 2 juni 1724 de timmer met de plantage voor ƒ 2.850 over aan op zoon van op overledene n.1. Isaac van Houte en Esther Albert. De vrouw stierf 12 november 1735 en van Houte hertrouwde 27 april 1746 met Jozina Parmentier. Nadat Isaac van Houte op 7 juli 1761 was overleden hertrouwde de weduwe op 8 januari 1764 met Anthonie le Roy. Le Roy overleed 26 mei 1778, Jozina Parmentier 14 oktober 1780. In 1780 gebleven haar zoon Jacob van Houte, die op 20 juni 1784 huwde met Martina Versluijs, welke op 25 augustus 1791 stierf, waarna Jacob van Houte in 1792 hertrouwde met Johanna Faro. Na 's mans overlijden op 14 mei 1823 is de hofstede met de inboedel overgelaten aan zijn dochter Jozina van Houte en Mattheüs Scheele. De vrouw overleed 22 januari 1861. De man vertrok van het hof in 1865 en heeft het tot zijn dood in 1870 laten bekasteleinen door zijn zoon Reinier Scheele (foto rechts) en Magdalena de Bruijne.

In 1870 is de hofstede met een deel van de landen gekocht door Jacobus Risseeuw, weduwnaar van Jozina Scheele, dochter van Mattheus Scheele voornoemd, die haar heeft beboerd tot 1881, toen zij door op hypotheekhouder is verkocht aan Izaak de Hullu en Isaac Abraham Risseeuw, en als pachters zijn gekomen Abraham Risseeuw Isaac Abrahamszoon en Sara de Hullu, die in 1920 zijn opgevolgd door hun dochter Sara Risseeuw en Pieter Abraham Dekker. In oktober 1944 brandt de landbouwschuur af door oorlogsgeweld en wordt later herbouwd.
...............De Berghofstede in 1925......................In 1947 overgenomen door Jozias Basting. In 1984 opgevolgd ................................................................................door zijn zoon Jozias Basting.

..........................De Berghofstede rond 1930.

Bron:
De Hofsteden van Cadzand, J. de Hullu, 1928
De hofsteden van Cadzand, Retranchement en Zuidzande, drs. H.A.M. van de Vijver, 1977
Zeeuws Archief
Lex van Houte
cadzandgeschiedenis.nl