UITWATERINGSKANAAL NAAR DE WIELINGEN

“Dit kanaal loopt van 100 m beoosten den Bakkersdam door den Nieuwe Passegeulepolder, den Sophiapolder, den Diomedepolder en den Zwinpolder; vervolgens door den Willem—Leopoldpolder, doorsnijdt den Oudelandsche- en den Kievitenpolder en mondt met een uitwateringssluis in zee uit. Het kanaal doet uitsluitend dienst als uitwaterings-kanaal.
De totale lengte van het kanaal bedraagt 14,7 km. De bodem-breedte is 5 m bij Bakkersdam en 12 m bij de uitwateringssluis aan de Wielingen. De bodem ligt bij Bakkersdam op 1,40 m — N. A. P. en bij de uitwateringssluis op 2,50 m — N. A. P.
De linie of Passageule, welke van den Kapitalen dam tot de aansluiting aan het Uitwateringskanaal een lengte heeft van 15,5 km, vormt hiermede één uitwatering.
De afstrooming door de sluis aan de Wielingen geschiedt tot een peil van ongeveer 1,25 m — N. A. P.
Een gebied groot 11.470 ha is voor afwatering geheel op het kanaal aangewezen. Hiervan is 1225 ha polderland en 10.245 ha boezemland of hooge gronden. Van dit laatste is 260 ha in België gelegen.
Een tweetal gebieden, 120 ha ten westen van Sluis en 45 ha ten zuiden van Waterlandkerkje, totaal dus 165 ha, kunnen loozen, zoowel op het Uitwateringskanaal als op het Leopold-kanaal. Hiervan is ongeveer 100 ha in Nederland gelegen.
Van den Clarapolder, groot 725 ha, loost een gedeelte, groot 65 ha, op den boezem van de Isabellasluis, een gedeelte, groot 575 ha, op het Uitwateringskanaal naar de Wielingen en een gedeelte, groot 85 ha, zoowel op het Uitwaterings-kanaal als op den boezem van de Isabellasluis.
Ten slotte kunnen de gronden, bemalen door het gemaal van het waterschap Kadzand, eveneens hun water afvoeren naar het Uitwateringskanaal door de sluizen bij Retranchement en ten noordwesten van Kadzand. De oppervlakte van dit gebied bedraagt 3740 ha.
Het Uitwateringskanaal naar de Wielingen en de Linie of Passegeule is in beheer en onderhoud bij het waterschap der Sluis aan de Wielingen.
Door het Zwin en de Linie of Passegeule bestond vroeger een open verbinding tusschen de Schelde bij Sluis en den Braakman bij Biervliet.

In 1786 werd de Linie aan de oostzijde door den Kapitalen dam en in 1787/88 aan de westzijde door den Bakkersdam afgesloten. In beide dammen werden zeesluizen aangelegd ten dienste van inundatie en afwatering.
De zeesluis in den Bakkersdam verviel reeds in 1807, terwijl de zeesluis in den Kapitalen dam buiten werking werd gesteld toen de Linie of Passegeule te Bakkersdam in verbinding werd gebracht met het Uitwaterings kanaal naar de Wielingen.
Het Uitwaterings kanaal naar de Wielingen werd aangelegd toen door verzanding en aanslibbing van den Braakman de daarin uitwaterende sluizen onbruikbaar werden. Het werk werd uitgevoerd door het Rijk, aangevangen in 1870 en voltooid in 1875. Het werd in 1876 overgedragen aan het waterschap der Sluis aan de Wielingen.”

Bron:
Middelburgsche Courant