St. Lambert toren


Detail van een paskaart uit 1690 van Johannes van der Keulen. Door middel van nauwkeurige kustbeschrijvingen, moet men zijn plaats op zee kunnen bepalen. Het is van groot belang dat kerktorens, molens en markante duingroepen goed afgebeeld worden. Rechtsonder op het Eiland van Cadsand staat de St. Lamberttoren aangegeven. Wanneer, vanaf de Wielingen gezien, de St. Lamberttoren en het kasteel van Sluis op een lijn staan is men de tolgrens gepasseerd.

Beide tekeningen zijn uit begin 1600 en tonen Cadsandt gezien vanuit het redout van Oostvliet bij het Zwarte Gat. De rechtse tekening is het meest waarheidsgetrouw. De wallen op de eerste tekening horen niet bij Cadsandt, maar zijn van het redout. De vorm van de toren klopt wel, een plomp model naar Romaanse stijl.
De kerk heeft één beuk. Het is de noordbeuk met de St. Lambert. De zuidbeuk is niet meer aanwezig, het is een bouwval die na 1609 van de grond af aan zal worden herbouwd.
Betrouwbare tekeningen van de toren zijn niet bekend, maar hoe hij er omstreeks 1634 vanuit de verte moet hebben uitgezien vindt men aangeduid in een zeeatlas van datzelfde jaar, waarin het volgende staat opgetekend: “Wanneer [dat wil zeggen bij het inloopen van de Wielingen] het kasteel van Sluis komt aan een hoogen plompen toren staande op Cadzand bewesten Sluis (...)/ dan is men de Fransche Pol gepasseerd en mag men vrij Oost aan gaan recht op Vlissingen”(zie paskaart boven).  Ook predikant ds. Balduinus Hunnius uit Oostburg kwalificeert in zijn boek 'De Zeeuwsche Buise' de toren als hoog en plomp.

Volgens bouwvoorschrift van de Katholieke Kerk wordt een kerkgebouw in de richting oost-west gebouwd met de ingang aan de westzijde. De kerktoren staat ook aan de westzijde. De toren van de Onse Vrouwe Kercke op Cadsant is, gezien de Romaanse stijl, tegelijk gebouwd met, of onmiddellijk na de zuidbeuk, dus in de 13e eeuw. De positie is vrijstaand, links of rechts van de zuidbeuk, maar zeker niet voor de ingang. Opvallend is, dat het raam van de noordbeuk, die later gebouwd is, rechts van het midden is geplaatst. Stond de toren in de weg?

(foto links, toren in Romaanse stijl van de kerk in Ewijk)


Een klokkentoren heeft een belangrijke functie. Met de klok worden de gelovigen opgeroepen voor de H. Mis, wordt elke dag om 06.00u, 12.00u en 18.00u een sein voor het Angelus gegeven en luidt hij bij begrafenissen en in noodsituaties.
Het is ook een uitkijktoren. Vanwege het gevaar van plundertochten door de Watergeuzen is Cadsant permanent in staat van paraatheid. Men plaatst wachters “up de zeedycken ende torren van den kercken staende omtrent de zeedycken. Prochiepapen ende andre gheestelicke personnen worden verzocht om ’s nachts in de kerken te gaan slapen”. Dat gebeurde in 1568, 1569, 1571 en 1572. Het probleem wordt groter, want in 1579 laat Philips II de kerkklokken van o.a. Coxyde, Oostburg, Cadzand en Groede naar Sluis overbrengen en omsmelten tot kanonnen.

In 1611 plaatst klokkengieter Jan Burgerhuys uit Middelburg een nieuwe klok in de Lamberttoren (‘Sint’ is geschrapt) van de, inmiddels, protestantse kerk te Catsandt.

In 1609 en 1641 worden de zuidbeuk en de noordbeuk herbouwd, maar is het te laat voor de toren. Er is geen geld om de kerktoren te herbouwen. Wegens instortingsgevaar wordt de Lamberttoren in 1677 afgebroken. De stenen zijn gebruikt om het kerkgebouw en de pastorie te herstellen en het knekelhuisje te bouwen.

In hetzelfde jaar wordt een dakruiter met de klok van Jan Burgerhuys op de zuidbeuk geplaats. In 1750 schijnt het torentje te zijn vernieuwd. Met de grote reparatie van het kerkgebouw in 1930 is de dakruiter verwijderd en de huidige kerktoren tegen de ingang gebouwd.

In 1982 zijn naast de kerk huizen gebouwd. De straatnaam Lambertusstraatje herinnert aan de kerktoren St. Lambertus.

Bron:
D. Davidszoon, paskaart 1660
J. Luyken, paskaart 1681
J. van Keulen, paskaart 1690
St. van der Loef, paskaart 1774
Hunnius, Balduinus; Het Staatische Vlaanderen of De Zeeuwsche Buise; 1718
Dale, J.H. van; Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis van Zeeuwsch-Vlaanderen, deel 1 blz.352, 1856
Lijst van Nederlandsche klokkengieters met enkele bijzonderheden, 1925