Reglementen Concordaten en Octroyen van Polders ten Vrijen van Sluijs, III deel.

Alsoo men bij dagelicxe ervarentheijt bevind dat door 't vermenichvuldigen van
Wolfven in den Lande van het Vrije den opgesetenen in hare vee en bestialen
dagelicx merckelijcken schade soude gescieden ende (onleesbaar) ware dat door
de toeneminghe der selver schadelijcke gedierten sulcke en diergelijcke schaden
meer en meer souden worden gehoort, ten ware dat daer jegens wierde voorsien
soveel mogelijck is, waeromme soo ist dat men vanwegen den heere ende weth
's Lants van den Vrijen eenen igelijcken adverteert en laet weten, so wie en sal
hebben geschoten, gecregen ofte becommen in den selven lande een wolffinne,
sal van elcke genieten en betaelt worden de somme van ses ponden grootenvlaams;
van een (h)ouden wolf vier ponden grooten vlaams; van een wolve-jongh van een
jaer oudt twee ponden grooten vlaams ende van een onbejaerde wolvenjongh van
ijder stuck een pont grooten vlaams, ende degone die soodanige wolfven sullen
hebben geckregen sullen gehouden sijn die te presenteren aan de hooft-mannen
ijder in sijn district, een ijgelijck wil hem daertoe beneerstigen.

Actum in 't Collegie den 1 sten december 1609.