HET EILAND VAN CADZAND IN 1578

De eerste topografisch correcte kaart van het eiland van Cadzand, gemaakt door Pieter Pourbus in 1578.
Voor het eerst is Cadzand-dorp gedetailleerd ingetekend. Duidelijk zijn de Mariastraat, het Keuvelstraatje en de Prinsestraat te herkennen. Dikke witte lijnen stellen dijken voor.
Er staan drie molens op het eiland: de Westmolen, de Oostmolen en de molen van Zuidzande.
In het westen wordt het eiland begrensd door de lange Zanddijk, met daarbuiten het Sluisse Gat (aangeduid als 'Tzwin') en de zandbank Paardenmarkt met duinen. Aan de samenloop van enkele dijken ligt Terhofstede, een kleine landbouwnederzetting, oorspronkelijk gesticht vanuit een Vlaamse abdij.
Buiten de dijken aan de oostzijde van het eiland kronkelt het Zwarte Gat. Het haventje Oostvliet wordt door drie getekende scheepjes gelokaliseerd. In de Sint-Janspolder ligt de kleine kern van Nieuwvliet (niet de plaats van het huidige Nieuwvliet). Op de dijk van dezelfde polder is de galg getekend.
Op het zuidelijk deel van het eiland staat het dorp Zuidzande op de rand van de oude polder met dezelfde naam. Aan de kust duiden twee kleine bootjes de overzetplaats naar het land van Oostburg aan.
De noordelijke rand van het eiland werd blijkbaar erg door de zee geteisterd. Er zijn bijna geen duinen meer. Wel zijn de sporen zichtbaar van dijkdoorbraken en landverlies, waarbij een grote inlaagdijk werd gelegd om het oude land te beschermen.
De complexe aaneenschakeling van dijken en polders wijst erop dat het eiland Cadzand zijn omvang van 1578 niet op een geheel natuurlijke manier heeft verkregen. Landwinning door de mens heeft daarin een grote rol gespeeld. Blijkbaar konden regelmatig nieuwe aanwassen ingedijkt worden. Overblijfselen van afgedamde getijdengeulen (kreken) in de oostelijke polders wijzen op overstromingen bij stormvloeden vanuit het Zwarte Gat. Herhaaldelijk moest het land door nieuwe bedijkingen teruggewonnen worden.