Op 12, 21, 24, 28, 29 en 30 oktober 1944 voerde de RCAF (Royal Canadian Air Force) bombardementen uit op Duitse bunkers en stellingen in de duinen van Cadzand.

Deze bunkers waren een onderdeel van de Atlantikwall, die reikte van Frankrijk tot Noorwegen. Het uitschakelen van deze stellingen was ter voorbereiding op de aanval van de Canadese grondtroepen die vanuit België het bezette Zeeuws-Vlaanderen dicht genaderd waren. Belangrijk was het uitschakelen van een 150mm kanon met een bereik tot het Leopoldkanaal. Het geschut had de bijnaam 'Max de Blaffer'.



(foto:Havilland Mosquito) Op 12 oktober 1944 werden de stellingen aangevallen door jachtbommenwerpers type Havilland Mosquito.

Het bombardement van 21 oktober 1944 werd in de ochtend en in de middag uitgevoerd door 18 Mitchell bommenwerpers met in totaal 423 stuks 500lbs bommen aan boord. De aanvliegrichting was vanuit zee op een vlieghoogte van 15.000 ft (5km). Een aantal bommen kwam in zee en tot op een afstand van 6 mijl van de kustbatterij terecht.

De aanval op 24 oktober 1944 werd uitgevoerd door 6 Mitchell bommenwerpers. Van de 213 bommen viel een aantal ten oosten en noordoosten van de bunkers.

Het moment dat de bommen gelost moesten worden werd bepaald met een zoeker en het berekenen van windsnelheid, windrichting, de eigen snelheid en de vlieghoogte. In die tijd waren er nog geen computers! .................................................................................................................. (foto: Mitchell B-25)

De 500 lbs bom weegt 227 kg en bevat 87 kg TNT als springstof. De ontsteker is een schokbuis. De gebruikte bommen waren van een ouder type. Zij waren nog niet voorzien van stabilisatievinnen en een automatische ontgrendeling van de ontsteker. Om die redenen kon geen precisiebombardement uitgevoerd worden. Wanneer een dergelijke bom een harde ondergrond raakt, treedt de schokbuis in werking en explodeert de bom.
Het effect is drieledig:
1. Er word een luchtdruk opgebouwd tot 120.000 atmosfeer, waarmee alles in de onmiddellijke nabijheid vernietigd word.
2. de ijzeren brokstukken spatten uit elkaar en worden over een gebied met een straal van ruim 100 meter verspreid.
3. Het rondvliegend puin veroorzaakt in een wijde omgeving voor nog meer schade en letsel.

In Cadzand-Bad en in het akkerland achter de Noorddijk schoten bommen de Zeeuwse klei in tot een diepte van 5 meter. Door de weerstand van de klei werden de bommen geleidelijk afgeremd in plaats van plotseling gestopt. Het grootste gedeelte van de vrijkomende energie werd door de klei afgevoerd. De kracht die nodig was voor de ontsteking was daardoor te laag en gebeurde er niets. Een dergelijke niet-ontplofte bom heet een blindganger.

Op de foto, gemaakt na het bombardement van 21 oktober 1944, zijn de inslagen van 500 lbs bommen te zien. Zie detail van een inslag op het toekomstige voetbalveld! De zwarte puntjes op het strand zijn palen met mijnen er op.
Er is hevig gevochten om de Schelde in geallieerde handen te krijgen. Daarbij is veel munitie gebruikt, waarvan een gedeelte in de bodem verdween, al of niet als blindganger. Na de oorlog werden Duitse krijgsgevangen ingezet om explosieven in het bouwland rond Cadzand te ruimen. Die dienstplichtige landbouwers wilden zo snel mogelijk naar huis, dus werd de klus snel geklaard. De akkerbouwers/ grondeigenaren ruimden daarna nog veel kleine explosieven op.

Er bleef veel munitie net onder het oppervlak zitten. Na de oorlog gebeurde het dan ook regelmatig dat bij het ploegen een explosief geraakt werd, met soms ernstige gevolgen. De EODD (Explosieven Opruimings Dienst Defensie) heeft decennia na WW2 nog handenvol werk aan het ruimen van het oorlogstuig dat 1-5 meter onder de oppervlakte ligt. Veel projectielen zijn nog volledig intact! Ze worden meestal ontdekt bij graafwerkzaamheden.
Voor de lijst met geruimde munitie in Cadzand na de oorlog: Lees verder...

Aan de hand van getuigenverklaringen en militaire luchtfoto’s kon aangegeven worden dat er blindgangers liggen onder de oppervlakte van het bouwterrein Cavelot.
In 2007 maakte het bedrijf Saricon B.V. een analyse van het probleem.
In 2010 bracht het gespecialiseerd bedrijf Bodac de exacte positie van 6 bommen in kaart en ontdekte ook drie kuilen met in totaal 1300 anti-personeelsmijnen (D).

Dit type anti-personeelsmijn is een stalen potje met een kleine hoeveelheid TNT, dat explodeert, wanneer men er op stapt. De ontsteker is een glazen buisje met zuur. Wanneer het buisje breekt, vermengt het zuur zich met de TNT en volgt een explosie. Door de luchtdruk is ernstig letsel het gevolg.
Het ontmantelen en ruimen van de gevonden explosieven gebeurde in fasen. 200 ap-mijnen werden op 28 september 2010 ter plaatse tot ontploffing gebracht. Met de overige 1100 stuks gebeurde dat in een kuil op het strand bij de Verdronken Zwarte Polder.

Op 17 november werden 5 stuks 500 lbs bommen ter plaatse van hun ontstekers ontdaan. Bij één exemplaar was dat niet meer mogelijk. De volgende dag zijn de projectielen naar de springplaats in de Verdronken Zwarte Polder vervoerd. De nog intacte bom werd onder begeleiding heel voorzichtigheid ter plaatse gebracht. Binnen enkele uren waren alle 6 bommen geruimd.

Volgens de EODD ligt nog veel munitie verborgen in het akkerland achter de Noorddijk. Ook aan beide zijden van de Ringdijk Noord moeten blindgangers liggen. Ruiming is een kwestie van geld.


Bron:
T&A Survey BV, 2002
Frank Dumez
Cadzandgeschiedenis, Bert Voets