1944 Dagboek van Adriana (Joane) Cornelis-Luteijn

Over de periode van 31 augustus tot en met 27 oktober 1944 heeft mevrouw Adriana (Joane) Cornelis-Luteijn een dagboek bijgehouden. In deze bewogen periode schreef zij dagelijks de bijzonderheden op over wat zich afspeelde in en rond Nieuwvliet tijdens de twee maanden voor de bevrijding van het dorp. Mevrouw Cornelis was in die tijd samen met haar man Piet Cornelis uitbaatster van de Stadsherberg in de Dorpsstraat. Het dagboek is nu in handen van haar jongste zoon Adrie Cornelis in Rotterdam.

Donderdag 31 Aug. 1944
We zullen pannekoeken bakken ter eere van H.M. jaardag. Ik ben ziek, zoo erg verkouden. Om elf uur bericht dat de paarden om 12 uur bij D. Luteijn-Verhage moeten zijn. Een half uur later komt Piet thuis. Ik geef de raad ergens heen te rijden b.v. naar J. Risseeuw Cadzand en niet naar huis te komen, ik zal de soldaten te woord staan. Maar na overleg op het land met Z. kwamen ze toch en brachten ze om 1 uur weg. Arme dieren, arme oude trouwe vooral, waarheen gaat je weg.

1 Sept.
Vrijdag algemeene gesprekken over de levering der paarden en verontwaardiging dat Geluk ze terug kreeg is algemeen.

Zaterdag 2 Sept.
Geen Bijzonderheden. 's Avonds moet Zeger plotseling de paarden van Quaak halen om inbeslagname te voorkomen.

Zondag 3 Sept.
's Morgens moet Zeger ze direct terugbrengen anders worden de jongens gehaald. Vliegers in de lucht, steeds erger wordt het, de laatste soldaten zullen hier ook gaan vertrekken. Marokkanen rapen fruit voor de honger. Krijgen geen eten meer.

4 Sept.
's Morgens vroeg opgeklopt of Zeger een paard naar Quaak wil halen, dat wordt nu achter stroo in de dorschvloer gestopt. Marokkanen vertrekken, ze ontvluchten, dus wordt er gezocht. 's Middags 1 uur Bericht Brussel bevrijd en 15 km van Antwerpen. Met Rijckborst en juf W. bespreken we dat en er wordt besloten de school vrij te geven. Men spreekt over wegen laten springen, 's Middags 4 uur plotseling aan degenen die stil naar die uittocht kijken, wordt toch nog de Duitsche groet gebracht. Waarheen gaat de vlucht. Men zegt reeds dat ze niet meer uit Z. Beveland zullen komen.
Om half zes eindelijk de eerste ontploffing, 3 ruiten op de slaapkamer er geheel uit; boven een lampje en de spiegel op de vloer niet stuk. Daarna steeds wachten en waarschuwingen in huis te moeten, even nog geschiet op de tram die moest stoppen. Veel soldaten erop, allemaal met geweer in de hand, beroerde gezichten. Eindelijk weer een slag Bij P. Luteijn op de weide. Weer lang wachten. Adrie wijkt geen voetje van me af, is o zoo angstig. Om 8 uur een heel harde slag, een klein tankje (rups) in de weide van A. Luteijn ontploft. Om 9 uur eindelijk de laatste bunkertjes bij A. Luteijn, nog een ruit in de kamer en ook is een stuk van het dak, wat bij de eerste ontploffing gebeurd is. Laatste soldaten vertrekken met wagens. Tien uur, bedden naast elkaar in het achterhuis gelegd. Adrietje slaapt eindelijk. Steeds ontploffingen in de verte, 's Nachts is het stil, maar slapen op de vloer gaat niet, en later in bed ook niet.

5 Sept.
Antwerpen gevallen, ze zijn in Breda! Overal drukte met de ruiten en de dakpannen, steeds soldaten in de richting Breskens, geen tram meer.

6 Sept.
Steeds allerlei voertuigen richting Breskens, de booten gaan nog over met militairen. Adrie zegt “Ik ga ook mijn ‘vliegende Hollander’ goed wegsteken, anders nemen ze die ook nog.” 's Avonds berichten ze zijn in Gent. Door het publiek waren ze 's middags reeds in Aardenburg gesignaleerd, doch gelogen. Weer een nacht zonder slaap. Ik vergeet een intermezzo van gister. Marie roept: “Vader ze moeten je hebben”, en ook Zeger loopt daarom hard weg naar de wc, Piet in kolenhok. In de straat wordt geschoten. Wij staan angstig in keukentje en gluren door de ramen naar de straat. Eindelijk komt een soldaat binnen en vraagt waar de baas is. Natuurlijk zei ik naar het land tot half zeven, en gaat hij direct weg. Er moest gewerkt worden, een benzinetank uitgraven. Het schieten was door Jan Risseeuw die de soldaten wou overhalen om wapens neer te leggen.

7 Sept.
Heel de dag angstvallig de berichten afgewacht. Gent en Kortrijk bevrijd. Schieten hooren we 's ochtends korterbij. 's Middags 3 uur plotseling hevige storm, pannen van het dak, ramen in de kamer open enz. Adrie is nu nog angstiger geworden, 's Avonds nog geen berichten over nadering. Nog een Belg. Tram met allerhande soldaten gaat nog naar Breskens, Booten varen nog, hooren we door tramtelefoon, rustige nacht.

8 Sept.
Een kalme dag, nu en dan een vlieger en schieten doch niet veel. 's Avonds pas in bed een hevig onweer en veel doorregenen omdat een granaat door het dak gekomen was op Maandag.

Zaterdag 9 Sept.
Beter weer, dus meer vliegers. 's Avonds houden de menschen gewoon Zaterdagavond. Oostende gevallen, rustige nacht.

Zondag 10 Sept.
De berichten zijn een groote troepenmacht ingesloten tusschen De Schelde, Antwerpen, Gent, Brugge, gevechten in Brugge. Wat zal Bram denken wanneer hij dit hoort en de menschen zitten te kaarten en spelen biljart alsof er niets gaande is. Veel vliegers en luchtafweer. Zeger zit op de Kruisdijk te wachten om in het bezit van paarden te komen die ze daar achterlaten. 's Avonds Zeebrugge gevallen. Het Roode Kruis neemt bezit van de bunkers. Roode Kruiswagens rijden heen en weer, rustige nacht.

11 Sept.
Steeds meer schieten, maar geen luchtafweer dichtbij. Men zegt dat zulks verboden is, vanwege Roode Kruis. Geen nadere berichten omtrent front, 's Middags moeten nog restantje artilleriemanschappen weg, die zeiden dat Engelschen tusschen Westkapelle en Sluis waren. Ongeveer half vier bommen op Breskens, alles staat te schudden. Branden goed te zien. Spoedig beginnen de Roode Kruisauto's te rijden, de eene na de andere rijdt naar de bunkers. De eerste vluchtelingen komen aan. Ze verlieten Breskens helaas te laat. Ook P. Rookus, oom David enz. rijden voorbij op een open wagen met legerpaarden er voor. De meisjes moeten huis van A. Schijve inrichten voor de burgergewonden die gebracht zullen worden. Eén is onderweg gestorven en naar het lijkenhuisje vervoerd.

12 Sept.
We hadden een rustige nacht, eenige malen gingen jagers over, doch er is niet veel geschoten. Men zegt dat de overtocht op Breskens weer al doorgaat. Getal dooden en gewonden is nog niet bekend, 's Middags oom en tante van Johan die alles kwijt zijn hier om te eten. De vliegers zijn niet van de lucht. Om 7 uur weer bommen, we weten waar, bommenwerpers kwamen terug over ons heen, 2 parachutes uitgeworpen aan de kust. Vlakbij schijnt het verboden te zijn om te schieten vanwege R.Kr. Vannacht en vanochtend zijn veel soldaten gekomen om te rusten, zullen vannacht of morgen verder gaan. Om half acht een auto aan de straatweg voorbij Becu wordt beschoten, 2 dooden, 2 gewonde officieren. Van het front dat korter bij komt hooren we schieten, niemand weet echter hoever ze zijn. Ook de soldaten weten het niet te vertellen, hebben geen landkaarten zeggen ze. Dus komen ze reeds uit Frankrijk (Rouaan enz.), achtervolgd door de Canadeezen zonder dat de soldaten weten waar ze zijn.

13 Sept.
Gisteravond laat zat nog een vioolspeler in de boomgaard wat een weemoedig iets daar als soldaat zoo te zitten. De drukte van rustende troepen Blijft voortduren, het is een gaan en komen. Vooral de officieren rijden rond als gekken of als ratten in een val van de eene zijde naar de andere. Het Roode Kruis verdwijnt hier weer, alles moet naar Oostburg. Een majoor die in het schuurtje van Ko van Melle een ‘onderkomen’ nam, kwam een partij Biljart spelen, zeker om de zenuwen te bedwingen, 's Avonds komt het kanongebulder steeds dichterbij, het wordt een echt trommelvuur. Waar? We weten het niet en aan geruchten ontbreekt het niet.

14Sept.
Het gebulder bleef ook toen we in bed lagen en daarbij ging nog één zwaar kanon aan de gang, het bleek aan Cadzandhaven te zijn. De troepen in de boomgaard zijn nog niet weg, hoewel ze reeds 2 dagen ieder moment order om te vertrekken verwachten. De officieren rijden heen en weer naar Breskens, nemen afscheid, doch komen weer terug. Kunnen zeker niet meer over of de booten zijn vol De berichten zeggen dat de Sloedam kapot is. Wat moet er dan met Walcheren gebeuren? Een enkele soldaat denkt nog over vechten, doch de meesten wachten op overgave. Vanavond kwam er één de weg vragen naar Breskens, had schrammen in zijn gezicht, gescheurde kleren en niets bij zich. Hij kwam van het front bij Sluis? Hij zei: “Alle D. soldaten zijn ‘kapoet’”. Het is bar.
We gaan alweer slapen met de kleeren aan in afwachting van komende dingen. Kalm zijn, meer kunnen we niet doen. Waar zal Bram zijn is steeds onze gedachte, gingen ze al uit de fabriek? Zal het lukken Holland te bereiken eer de legers ook daar zijn. De Canadeezen teruggeslagen bij Moerkerke wordt er gezegd.

15 Sept.
's Avonds Het was na een rustige nacht een drukke dag, veel soldaten, auto's enz. kwamen weer aan. Er zijn nu zeker 5 á 6 keukens op ons dorp die voor het front moeten zorgen. Het eene dier na het andere wordt geslacht. Overal wordt het hooi en graan maar gehaald en bij de paarden gegooid, zelfs tarweschoven om te strooien, overal morsboel enz.
(Hoofdplaat door bommen getroffen, o.a. 4 van familie Ocké gedood) Vandaag werd een oproep gedaan om naar Breskens te helpen. Wij zouden voor R.Kr.-banden zorgen en aanteekenen wie er gingen. 54 gaven aan de oproep gehoor, eenige lijken hebben ze kunnen bergen, maar de ellende is groot. Anderen zorgen hiervoor kleeding inzameling voor degenen die op St. Pier gekomen zijn. Ook dat gaat grif, stapels kleeren komen tevoorschijn, alle menschen kunnen geholpen worden.

Zaterdag 16 Sept.
Toch weer een rustige nacht, men hoort bijna niet schieten, ook overdag niet. Toch wordt er gezegd dat ze op 6 punten over het Leopoldskanaal zijn en de zandlooper bereikt. Veel auto's en wagens gaan vanavond uit de Boomgaard weg maar weer richting Sluis. 's Morgens om half 8 en half 9 vliegende bommen over. Steeds gaan nog booten over, ook aan Nieuwe Sluis wordt ingeladen. Bij Hulst is de grens bereikt zegt de radio. Maastricht en Eijsden zijn vrij. Toch wilden de menschen nog biljarten, doch we willen niemand in huis. De D. weten reeds dat er niets meer te tappen is. Kunnen ons eigen menschen zich niet indenken hoe de toestand is?

Zondag 17 Sept.
Adrietjes jaardag. Bij ons in bed feliciteren we hem, ik zeg dat koeken bakken niet kan maar hij mag zeggen wat hij graag wil eten en hij vraagt.... peekluts. Later gaat hij weer verjaren wanneer Bram erbij is zegt hij. Om 7 uur een geweldige slag, ik wou juist door dakraam kijken, maar had gauw veel lucht. Het was een ontploffing, munitie vernietigen ergens in de buurt. Later volgen nog meer knallen. Vliegende bommen waren het, bleek later. 's Middags enorm veel jagers steeds heen en weer. Later op de middag hooren we dat er luchtlandingstroepen gedaald zijn in Nederland, dus was het wel voor bescherming. Omstreeks zeven uur 's avonds heel veel zware bommenwerpers boven Walcheren, links van Vlissingen, dus om de kuststellingen te doen. Alles dreunde weer, veel krantjes kwamen overgewaaid, de D. lezen ze overal gretig. Even later weer de gas ‘kronkels’ in de lucht van een V1. Van het front hooren we niets dan geruchten. Men zegt dat St Kruis en Eede moeten evacueren voor het water. Weer een vertrek van heel veel paarden, Zeger kreeg er ook 2 op stal, zou dus weer aan de gang kunnen. Adrie geniet omdat 's avonds met Joantje Br. en juf Wijtenburg er bij toch nog een glaasje limonade gedronken wordt. Waar zal Bram aan hem zitten denken?

18 Sept.
Weer stil vannacht, Behalve jagers die met lichtbakken de wegen overal afzoeken. Om elf uur komt Adrie geloopen en roept “Marie er komt een vliegmachine in het dorp.” Die jager was dus wel erg laag en is het niet prettig dat de D. hun autootjes voor de huizen plaatsen. Het front komt naderbij, maar niemand weet het ware, het is wellicht in Oost Z.Vl. dat we het gerommel hooren. 's Middags en tot ± 7 uur steeds jachtvliegtuigen en veel schieten, er staat luchtafweer in de Katshoek en voorbij Schijve aan de nieuwe weg. Om 8 uur begint weer de uittocht van de troepen, alles verdwijnt weer naar Breskens, één soldaat wandelt nog door het dorp om zijn hondje te luchten. Zullen er morgen weer andere troepen zijn?

19 Sept.
De nachten schijnen nog rustiger te worden, nu we ook geen vliegers hoorden. Om 7 uur begon het schieten weer, ook op de Schelde werd geschoten, slechts eenige malen, het andere is richting Zelzaete of Watervliet? Om 10 uur een eindelooze rij van paarden en wagens, misschien wel meer dan 200, geen wapens, behalve geweren. Moeten die ook nog naar Duitschland. Veel wagens waren beladen met een wagen die uit elkaar genomen was. Alles moet dus mee. De ‘Feldwebels’ rijden er naast als generaals, maar de soldaten, meest oude, zijn niet zoo verwaand, zij zijn het moe en beu het verder reizen.

20 Sept.
Geen stroom meer, dus helemaal geen berichten. We lijken wel van de wereld afgesloten. Kanongebulder richting Zelzaete, meer weten we niet. Steeds trekken massa's paarden enz. naar Breskens. 12 vliegers gaan heel laag over St. Pier.

21 Sept.
Het wordt steeds stiller overal. Zeger is met de paarden aan het werk gegaan, door de mist komen geen vliegers. Men ziet nu en dan een oude bekende soldaat, ook de ‘zwarte grijze’, allen willen slechts naar huis. Zij vertelden dat in Axel veel gevochten is. In Terneuzen vechten ze in de straten.

22 Sept.
Gisteravond reed weer een tram, leege R.Kruis tram. Het schijnt dat ze bij Stroobrugge nog versterkingen maken, de menschen uit Draaibrug enz. zouden moeten werken? Het is nog steeds veel mistig, we hooren niets en ook geen berichten, er is geen licht. Het is een heel vreemde toestand. Er is uitgebeld dat hemden, kousen en werkschoenen voor de D. moeten ingeleverd worden. Wie heeft er nog en wie geeft er? Vanmiddag weer een tram met 3 leege wagons, anders geen verkeer. Gister gingen langs de Bruggendijk over de Marolleput wel 4 á 5 uur lang paarden en wagens langs, het is de binnenweg van Oostburg naar Breskens, ze vermijden de groote weg.

Zaterdag 23 Sept.
Toen we in bed lagen hoorden we het schieten nog en nu vanmiddag lijkt het richting Hazegras, het komt duidelijk naderbij en niemand weet iets. Een enkele maal gaan vliegers over, maar de afweer is veel minder. Vanochtend gaan geruchten over gevechten bij Pyramide.

Zondag 24 Sept.
Gisteravond kwamen de berichten over Oostburg. Beschieting van de R.K. kerk, garage Hontelez enz. De laatste is geheel uitgebrand, ook de zaak Hontelez, Belderok en Bonte. Eén slachtoffer, zoon van Verhulst. Doel noemt men zender in de R.K. kerk. Het weer is vandaag vreeselijk, storm en regen heel de dag. Somberder nog dan de mist van vorige dagen. Ik bracht de dag door met het overschrijven van kasboek ’42 - ’43, dat werd eens tijd.

25 Sept.
De nachten blijven rustig, overdag vliegers, de groote transportvliegtuigen met sleep zagen ze gaan. Ook heel veel jagers. Om 6 uur laagvliegende en harde knallen in de richting naar de zee. Even later het bericht dat heel het huis van Toon Provoost in elkaar ligt. Het is geen “voorrecht” in een stelling te mogen blijven wonen is nu gebleken. Geen persoonlijke ongelukken, maar het huis is een hoopje kachelhout, hoe kan iets ineens zoo in mekaar liggen.

26 Sept.
De dagen en nachten gaan eigenlijk zonder stoornis door. Het vliegen en het afweergeschut nu en dan. Dan in verte soms artillerie. Aardenburg schijnt daar kort onder te zitten. Er verhuizen daar reeds menschen. Soldaten zien we hoogst zelden.

27 Sept.
Steeds hetzelfde dag en nacht. We zeggen in West Z.Vl. geen nieuws. We maken de naaikast schoon. Indien Bram dat wist ...?

28 Sept.
Ze zijn weer naar het land gegaan, maar het weer was te mooi, ook de vliegers kwamen weer en zijn ze na 1 1/2 werken opgehouden met aardappels uit doen achter Voogdt. 's Avonds laat, nu is Heijst bevrijd zegt men. Ook spreekt men van Engelsche of Canadeesche patrouilles door Biervliet, die weer terugkeeren. 's Avonds nog een heeleboel soldaten en wagens op weg naar Breskens, de nieuwe weg langs Cadzandhaven ook beschoten.

29 Sept.
Donker weer dus doen ze aardappels uit, maar toch een ogenblik veel vliegers. Blijkbaar eerst de stelling a/d Marolleput (?), en daarna Oostburg rondom de watertoren beschoten met raketbommen. Met Adrietje even de koffie naar het land gebracht. We kunnen berichten versturen naar Holland, dus vlug 3 briefkaarten geschreven. Hoe zal het daar zijn. waar zal Bram zitten? Ik denk dat hij in Holland is b.v. in de Noordooster? Wat weten we nu weinig, zelfs niet het ware uit eigen land. Werk is gauw gedaan, brieven, bonnen of pakjes hoeven niet verstuurd te worden. Ik besef nu hoeveel tijd ik daaraan reeds heb besteed. Nu heb ik meer naaiwerk verricht dan ooit tevoren.

Zaterdag 30 Sept.
's Avonds weer aanval op Oostburg, weer de watertoren en daardoor ook de schuur van Vermeulen verbrand. De katholieke school geheel in elkaar gegooid.

Zondag 1 Oct.
Alweer een stille Zondag met het slechste weer dat men maar kan bedenken, 's Avonds half negen hebben de D. de watertoren laten springen. Wat een zonde van dat mooie bouwwerk.

2 Oct.
Het gaat hetzelfde gangetje, van westelijk front (West Z.Vl) geen nieuws, heel veel overvliegers vandaag. Men zegt wel Biervliet beschoten.

3 Oct.
Wat een massa bommenwerpers over Westkappel, van kwart voor één tot kwart voor drie gaan en komen de groote monsters, zien ze steeds stof en rook opstijgen.

4 Oct.
Weer heel slecht weer. Men zegt dat de dijk bij Westkappel doorgegooid is, dus dat Walcheren ten deele onder water komt. Waarom dat alles vragen we ons zelf steeds af.

5 Oct. ’s Avonds. Het trommelvuur is begonnen, heviger dan het hier nog geweest is, men denkt richting IJzendijke.

6 Oct.
’s Morgens. Om 12 uur een harde slag. Wat lieten ze nu springen? Om ruim half vier begon het artillerievuur. Vanwaar kwam het, waarheen ging het? Niemand die het precies kon waarnemen. Aan Cadzandhaven schoten ze ook. Om 4 uur 's morgens zijn we in de kelder gegaan omdat we dachten dat ze uit de verte de stellingen beschoten. Om 6 uur was het minder. Marie en Adrietje bleven op hun bed in de kelder, wij gingen naar het onze. Om 7 uur begon het trommelvuur weer al en duurt nu om 10 uur nog voort. Toch maar gewoon ons werk doen en rustig afwachten.

Zaterdag 7 Oct.
De berichten blijven vaag, geruchten genoeg. Oostburg is veel beschoten, ook nog door vliegtuigen. Ook de stellingen kregen vandaag een beurt, het is beter in de dorpen dan op de boerderijen buiten op het ogenblik. Vandaag moesten we nogal eens de kelder in. We sliepen er vannacht van 4 tot 7, maar het was er koud.

Zondag 8 Oct.
We sliepen heel den nacht met zessen (ook Joh.) in de kelder, even is er nog hard geschoten maar verder hoorden we alleen het trommelvuur. Nu ligt ook het huis van Kobus Provoost in elkaar, vertelt men. Zoo gaan dingen langs je heen, straks is er weer iets anders.

9 Oct.
Steeds hetzelfde, vliegers en schieten, het wordt moeilijker om aan het werk te blijven, geen bijzonder nieuws. Fam. Brakman slapen hier, ook Hendrik en vrouw en juf Wijtenburg.

10 en 11 Oct.
Het wordt steeds stiller in huis en op de straat, even een hoofd uit een deur maar niemand loopt ver weg. Vanmorgen wou Adrie naar Brammie v/d bakker. Ik zei eerst je moet niet over straat, maar och het was stil en hij ging heen. Heel even later hevig mitrailleurvuur door vliegers naar een wagen die brood moest laden bij Hendrik Brakman. Ik durfde niet uit het keukentje naar de kelder. Marie was er in, Piet en Zeger waren in de schuur. Adrie was bij de bakker, wat een angst vooral om dat ventje, Toen het even over was zijn we hem gaan halen. Ze waren met hem gevlucht eerst in de schuilkelder bij Schieman, toen naar die bij Schijve. Men kan niet meer het huis uit eigenlijk. Brandt Sluis geheel??

12 Oct.
Het besluit is genomen. Omdat de Groe “open stad” is vanwege het Roode Kruis zullen we vanavond daarheen gaan. Bij Jan v/d Hooft in de voorkamer mogen we zijn, gister kwamen hier Johan zijn vader, moeder, opoe en fam. Hontelez. Oostburg werd met bommen bestookt, hun huizen zijn kapot. Vannacht waren we met 21 in de kelder en toch konden allen nog slapen, het was niet zoo bar met schieten, volgens berichten landingen bij Nummer Eén, maar wij weten niets zeker.
Dit gedeelte is maanden later geschreven op Bram's verzoek. Misschien is er eens een datum fout, maar de feiten zijn in mijn geheugen gegrift.

12 Oct.
Na een dag vol zorgen met een huis vol menschen moeten ook wij weg. De voorbereiding is moeilijk. Wat maandenlang gereed staat, kan niet alles mee want we zullen in schemerdonker met het kleine boerenwagentje gaan, dus alleen de bedden en dekens en iets van onze kleeren en natuurlijk eten voor eenige dagen, vooral smeersel. Lang zal het natuurlijk niet duren, ze zullen nu toch eindelijk weleens doorkomen? Ik heb steeds een gedachte dat we niet weg mogen gaan, dat we ons huis niet mogen verlaten (zeker de intuïtie dat we het nooit meer eender terug zullen zien). Maar de Groe is zoo veilig, we mogen het niet laten, vooral voor Adrie. Dus in het duister begint de tocht, Adrie en ik zullen op de fiets vooropgaan, de anderen trekken het wagentje. Ook Cor Moens en kinderen gaan weg en nog meer anderen zijn op de straatweg. Overal ziet men branden, zijn het nu weer de dorpen of de boerderijen, in het Oosten, richting IJzendijke.
Voortdurend gerommel en een verlichte hemel, het frontvuur zegt men. Bij Nieuwe Sluis ook een groote brand, Het is de hofstede van Becu die in brand staat. Ik wijs Adrietje op de witte toren met het Roode Kruis dat ons veiligheid moet geven. Weer vertel ik hem dat hij daar niet bang hoeft te zijn, want daar mag niet geschoten worden. Nu het donker wordt beginnen de wagens van de Duitschers weer druk te rijden, het is dus toch waar dat ze de Groe 's nachts niet als R.Kr.-dorp respecteren, er misbruik van maken. Vlak aan de Groe brancards met dooden, oh die oorlog. Zonder incidenten komen wij en ook de anderen in de Groe en gaan vroeg slapen, een goede nacht zonder stoornis.

13 Oct.
We proberen maar dadelijk mee te werken bij J. v/d H. Ik help in de keuken en Marie gaat mee naar de centrale keuken om aardappels te schillen, want er zijn reeds heel veel vluchtelingen in de Groe en ook voor de hospitalen met gewonden moet gezorgd worden. Het wordt middag en massa's menschen zijn op straat en staan in groote groepen de vliegers aan te staren die over gaan. De jagers gaan geregeld over de Groe, maar hier mag niet geschoten worden. Het lijkt meer op een dorp in feeststemming dan vol met vluchtelingen. Ik heb het idee of ik er weer met Paaschkermis ben. Het nieuws is vaag. Vorderingen bij Biervliet aan de Isabellesluis. 's Middags komen Jaantje Brakman en jufr. Wijtenburg om te zien of er plaats is, want de beschieting rond St. Pier is heviger, er kwamen nieuwe groepen soldaten aan en de vliegers hadden 3 raketbommen in de straat geworpen, ze waren gelukkig niet ontploft, maar weggesprongen en die bij Mabelis voor de smidse hadden ze gezamenlijk weggedragen op een ladder, Mabelis, Naaye en Vergouwe. Ook goed afgeloopen!! Meer en meer menschen verlaten nu hun huizen en komen naar de Groe. P. Brakman en vrouw en Jaantje worden nu weer ons gezelschap in de voorkamer bij J. v/d H. Waarom komen Betje en Mietje toch niet, ze weten toch dat we ruimte voor hen houden. Zeger ging weer in het schemertje melken en de dieren verzorgen. De “krijgsgevangene” werd ook niet vergeten. Die had ervoor gezorgd dat geen paarden in de stal kwamen en ze geen hooi stalen. Wel een vreemd geval zoo'n thuiswachter.

Zaterdag 14 Oct.
Na een rustige nacht nu weer met een grooter familie in de voorkamer gaan we weer een mooie dag in. Heel mooi zonnig weer, hoe kan er nu oorlog vlakbij zijn, alles is zoo rustig. Marie en Jaantje Brakman gaan op verzoek van de dominee in de school waar de gewonden liggen, helpen, Het is wel de vijand, maar toch onder het R.Kr., de toestand is er meer dan erg, onbeschrijfelijke ellende en veel te weinig hulp. 's Middags zit ik met Adrie in het opkamertje van de bakkerij om aardappels te schillen. Jacob de Belgische onderduiker is aan het strijken. Ineens een geweldige ontploffing en zie ik rook in de tuin vlakbij. Jacob vliegt de kelder in en ik volg hem maar met Adrie, nog knallen en dan gebeurt er niets meer. Ik dacht dat de D. iets lieten springen maar het bleek een granaat geweest te zijn die afgeschoten was op de Groe. Eén huis het dak er af kon je zien door de tuin. Spoedig de berichten dat er 5 of 6 dooden waren, o.a. een meisje van Sutter die toesnelde om iemand te helpen en door de volgende granaat zelf viel. Zij hielp te Breskens door alle bombardementen, een slachtoffer van haar plicht, ze stierf als helpster in den nood. Bij ons achter is de groote ruit kapot en al het glas ligt in de wieg, doch het kindje van Manhave is geheel ongedeerd. Het is anders wel een schrik voor dat gezin dat daar huist met 8 kinderen. Piet Brakman en Piet beginnen maar volop te timmeren om het raam dicht te krijgen. Het R.Kr. zal protesteeren tegen dat schieten maar er is schrik gekomen onder de menschen. Aan de fronten steeds geen betrouwbaar nieuws

Zondag 15 Oct.
Gaat rustig door, Het is een ongeval geweest, het zal niet meer gebeuren, we kunnen rustig zijn ....

16 Oct.
Steeds meer en meer komen de jagertjes rond de Groe cirkelen, vooral bunkerdorp wordt door hen heel veel beschoten, maar ze schieten steeds van het dorp af en nooit in de richting er van. Maar plotseling een heel erg geschiet op verschillende plaatsen in de straat. Eerst is er op de hoek van de Brouwerijstraat geschoten. Remon van Damme is daar gewond en vlak voor het gemeentehuis is een R.Kr.-auto beschoten, er sprongen zes gewapende soldaten uit, dus misbruik van het R.Kr. Die vliegers hebben die auto zeker gevolgd maar waarom moet dan in de Groe geschoten worden. Er komt zoodoende een paniekstemming in het dorp.

17 Oct.
Er gebeurt niets bijzonders. Wanneer we 's avonds buiten staan zie je steeds branden, het schieten lijkt korterbij maar het kan ook de windrichting zijn, want juiste berichten zijn er niet.

18 Oct.
Vannacht heeft St. Pier er vreselijk van gekregen vertelt men reeds vroeg. We zijn dus nieuwsgierig wanneer Zeger met de melk komt. Waarom komen Betje en Mietje toch niet? Op St. Pier is niets gebeurd, maar de munitiebunker in de stelling is geraakt en alles is ontploft. Veel schade aan de huizen bij de wissel, die menschen verhuizen ook gedeeltelijk.

19 Oct.
Piet, Zeger en Johan zouden vanochtend vroeg nog een en ander halen per fiets. Toen ze thuis kwamen, lagen er dronken Duitschers in de kelder. Daarom hebben ze alles wat kleeding was zelfs de vodden uit de naaikast opgeladen, ook al het spek en vet, de pot zout enz. enz. opgeladen op de wagen en zijn naar de Groe gekomen. Nu zijn al onze kleeren en die van Bram en zijn boeken enz. bij ons. “Maar nooit doe ik meer zoo'n tocht”, zegt Piet. Wel dertig maal is hij in een eenmansput gekropen omdat de vliegers over de weg scheerden. Zeger zat met een witte vlag op de wagen, maar dat “wapen” kunnen ook D. gebruiken, dus veilig is het niet. Zeger durft nu ook niet meer naar St. Pier.

20 Oct.
Wel veel schieten overdag, maar verder niets. 's Nachts echter weer granaten op de Groe, nu is het huis van de dominee getroffen, o.a. Mevr. Hoolhorst gedood. Bij Risseeuw een scherf door de deur en de vrouw gedood, nog 3 andere dooden. In de kerk was het een paniek. Wij zijn 's nachts ook naar de kelder gevlucht en daarna komen langs achter eenige menschen geloopen die zeggen dat het huis van A. Salomé ook kapot is, ze roepen en schreeuwen om toch ook in de kelder te mogen, maar die is reeds meer dan vol, het kan onmogelijk dus moeten ze maar achter de oven veiligheid zoeken. Twee kleine kinderen worden er ingelaten. De bel die klingelt en aan de voordeur staan Iz. Naaye en familie, vragen ook onderdak omdat het huis van Brakman in de Achterstraat ook kapot is.

Zaterdag 21 Oct.
Na een nacht vol schrik, een kalme dag. Alleen zware bommenwerpers die de stellingen aan de Nieuwe Sluis bestoken. Jacob de Bois vertelt dat ons varken geslacht is en een mager varken in de plaats gestoken door de D. Het is vervelend dat alles daar nog is, vooral de dieren, maar Jannis van Lare en de “krijgsgevangene” zorgen er nog voor. 's Middags bericht Aardenburg gevallen, trekken in de richting van de Liter. Zou het nu eindelijk waar zijn. De gelande troepen uit Hooftplaat en die bij de Isabellesluis trekken naar elkaar toe. 's Avonds laat geweldige ontploffingen kort bij, het is een groote auto munitie die in de Torenweg in brand geschoten is. De boerderij van J. Becu-Verhage is vanmiddag afgebrand, er vluchtten D. met kanonnen in en werd hij in brand geschoten.

Zondag 22 Oct.
Zeger is toch weer naar St. Pier gegaan en komt met bericht ons huis is het dak er af, er is veel kapot. Ons cadeau, we zijn vandaag 30 jaar getrouwd. Weg is ons huis waarin we lief en leed deelden. Toch is die gedachte spoedig weg, het leven en dood is alles wat nog geldt. Nu komen ook eindelijk Betje en Mietje en oom David. Ze zijn met 2 kruiwagens, maar veel konden ze niet meenemen. Zij komen ook bij ons, oom David niet. Ze hadden bijna onhoudbare nachten in de molen doorgebracht. St. Pier lag voortdurend onder granaatvuur, de molen leek soms te schudden. En er kwamen steeds meer soldaten. De laatste nacht lagen er nog gewonden en de anderen lieten maar een grammofoon spelen, het was om gek te worden. Ook Anne en P. Bouwens zijn onderweg, ze komen bij Bram Bouwens, Janneke en Br. v/d Hooft, komen in de achterkamer. Ook Boidin en echtgenoote uit Breskens zijn hier in huis. Die man moppert en bromt op eenzelfden toon tegen zijn vrouw of ligt languit in de kelder, erg vervelend is hij. Maar door Adrie kreeg hij een bijnaam. We hebben nog eens heel hard er om kunnen lachen hoe ernstig de toestand ook is. Diezelfde bromtoon naast onze kamer deed Adrie vragen “Mamma hebben ze hier radio?” Jaantje Brakman zei “Het is Hilversum.” Ik zeg “Neen, Bremen waarnaar niemand luisteren wil.” Daarom noemen we hem nu Bremen en heeft Zeger hem nog eens zoo aangesproken, die wist niet precies hoe het was. In de kelder gaan met zoveel menschen gaat nu niet meer, dus repeteeren we 's avonds hoe snel we allen onder de tafels kunnen kruipen, waarop matrassen liggen. Een paar maal is het ook nog noodig geweest. Men vertelt dat IJzendijke nu gevallen is, richting Aardenburg, Oostburg is verder geen nieuws, men noemt Bakkersdam, maar weer weten we niets betrouwbaars.

23 Oct.
Het is vervelend te weten dat alles zoowat van St. Pier weg is en dat de dieren daar nog staan. Ik krijg dikwijls het idee er om te gaan, maar wil er niet over spreken of de anderen er naar vragen er heen te gaan. Maar plotseling komt Zeger daar triomfantelijk met de koe aan een touw. Nu zal hij er niet meer heen gaan, het kalf loopt los en de kippen en konijnen verzorgen of stelen de D. wel. Ik kon weer melken, de voedselvoorziening voor de kinderen was ook weer beter. Een ruimte in de schuur gemaakt en dan met het kleine wagentje om tarweschoven naar Ko Lignij en koebieten getrokken bij Cammaert die vlak tegen de Groe staan. 's Middags kunnen ze op die boerderij vleesch halen, maar ze waren spoedig terug met hun emmer, de granaten vlogen overal in het rond.

24 Oct.
Na een heel levendige nacht nu de granaten overal in het platte putje en bij de Groe inslaan, worden we 's morgens 11 uur hevig opgeschrikt door een groote slag. De steenen molen is geheel platgegooid door een raketbom. Het was reeds lang bekend dat de D. daar seinden, dus nu is daar ook een eind aan gemaakt. Helaas 9 dooden, menschen die in de molen gevlucht waren en versuft er niet direct weer uit liepen. IJzendijke is nu toch gevallen, men zegt ook de hofstede van Bats en die ligt maar vlak achter het bosch naar Breskens. Wat er waar is weten we niet, maar wel hooren we nu 's avonds zware mitrailleurs. Er is verteld dat P. Bril gedood is. We durven er maar niet over spreken omdat zijn zuster ook in huis is (later bleek het P. de Hullu te zijn). Nog maar meer menschen komen er in de Groe en aan geruchten over gevechten kortbij ontbreekt het ook niet.

25 Oct.
Gisteravond was het de schuur van W. Salomé die brandde, de vorige avond die van Govaert, zoo gaat het steeds door, het lijkt of er niets meer over zal blijven eer ons landje vrij is. Brand is juist onze angst, dan is alles weg. Nu we overdag ook hooren schieten, weten we zeker dat het korter bij is. Men hoort geweerkogels fluiten en lichte mitrailleurs. De Duitschers liggen in stelling achter de Krabbedijk en achter de rijksweg bij Kruisdijk. Er wordt gevochten op de hofstede van Luteijn-Becu, de menschen van Boerenhol mogen niet meer naar hun huizen. In het hospitaal is groote onrust. Het is toch zoo'n treurig overschot van een leger dat men hier ziet. Zware en lichtgewonden, heel verbrande gezichten, één hoop ellende. Marie kon het reeds eenige dagen haast niet volhouden. Jaantje houdt moedig vol. Ik ben ook weleens in die school geweest doch de behandeling en de hygiëne is beneden alles. Waar de meisjes brood smeren staat de dokter(?) de soldaten te behandelen. Doodzieke menschen liggen daar in tweehoog krakende bedden, Vervoer naar Vlissingen gaat niet meer. Breskens is in handen van de Canadeezen, naar Nieuwe Sluis gaat ook niet meer. De gewonden mogen nu weg of zich laten interneeren. De beste dokters en verplegers zijn reeds weg en nu gaan vanavond nog een 50 á 60 menschen die zich nauwelijks op de been houden voorbij te voet naar Cadzandhaven om nog ingescheept te worden. Morgen zou alles weg gaan. En is de Groe geen R.Kr.-dorp meer.... Wat dan? Zullen de D. dan misschien zoo gemeen zijn en het beschieten? Met de naderende bevrijding komt ook de angst daarvoor bij veel menschen. 's Avonds vertelt men dat er reeds Canadeezen bij notaris Peereboom zijn. Aan de Kruisweg wordt gevochten, dus op 1 km afstand. Johan en anderen haalden daar nog een man weg die getroffen in het been reeds een halve dag in de sloot lag.

26 Oct.
Steeds nader hoort men schieten. Het R.Kruis verdeelt de voorraden maar, want straks gaat alles weg, ze willen zich niet laten interneeren, straks in Duitschland verder vechten. Omstreeks 5 uur komt Johan, we moeten snel een witte vlag maken er hangt voor de Groe heel wat van af zegt hij. Later blijkt dat hij met Dr. Jongsma door de linies heen gegaan is, eerst naar de Canadeezen aan de tol en daarna 's nachts naar St. Pier in de bunker achter de school. Er is toen gevraagd om een soort wapenstilstand om de Groe te evacueren en dat is toen toegestaan. Van 1 uur morgen tot zes uur zal er gelegenheid zijn langs de aangegeven route uit de Groe te gaan. Even na zijn vertrek in schemer vallen weer granaten, nu bij de houten molen en in het pakhuis van Govaert waarin vooral veel kinderen waren en stapels graan omvielen enz. gelukkig daar geen slachtoffers, helaas wel op de straat, mijnheer Pauw en zijn zoon Jan, beiden dood op de weg ongeveer 50 meter van hun woning. Dan vragen we ons af wat in de Brouwerijstraat gebeurd is, daar komen de menschen hard weggeloopen, vluchten o.a. naar de kerk. Later blijkt dat daar gevochten werd. De D. liepen door de singel, door de huizen en de tuintjes achtervolgd door Canadeezen. Zoo ging dan de oorlog door de Groe zonder dat we het wisten, 's Avonds komen geen Canadeezen meer in de kom van het dorp, doch volgende ochtend wel.

Vrijdag 27 Oct.
Een ochtend vol tegenstrijdigheden. Moeten we weg, is het verplicht, is het veilig. Er gingen per fiets naar Breskens en moesten terug, niemand wist wat moest gebeuren. Ondertusschen kwamen Canadeesche soldaten in de Groe om het Rode Kruis over te nemen. Gevechten mochten er niet plaats hebben in het dorp.


Bron:
’t Oendervalletje 2004
Jaap Fremouw, Adrie Comelis, David Luteijn