Gifgasgranaten gedumpt in de Noordzee bij Knokke

Nog jaarlijks wordt de huidige voorraad gifgasgranaten in België aangevuld met nieuwe vondsten. De Belgische overheid heeft in 2004 een gifgas-vernietigingsinstallatie in gebruik genomen. Met deze installatie denkt men over 35 jaar alle opgeslagen granaten te hebben vernietigd. Het grootste deel van deze voorraad ligt opgeslagen op een terrein te Houthulst (België) en men maakt zich ernstige zorgen over de staat van het materiaal waarbij lekkage niet wordt uitgesloten. Volgens een publicatie van de Belgische ‘Stichting Noordzee’ geldt deze bezorgdheid eveneens voor de in 1919 gedumpte gifgasgranaten in de Noordzee.

Inleiding
Na de Eerste Wereldoorlog is voor de kust van Knokke door de Engelsen en de Belgen minimaal 35.000 ton ammunitie in zee gestort. Andere bronnen wijzen op 50.000 tot 200.000 ton. De dumpplaats is een zandbank 'De Paardenmarkt' die tussen de 300 en 1.500 meter uit de kust van Knokke Heist/ Duinbergen ligt, op ongeveer 2 kilometer van de oostelijke strekdam van Zeebrugge. De schattingen van de hoeveelheid gifgas uit de granaten, voornamelijk mosterdgas, lopen uiteen van 500 ton tot 1.100 ton. Mosterdgas veroorzaakt bij aanraking o.a. ernstige brandwonden.
Op deze kaart vormen vijf stippellijntjes op de zandplaat, precies voor het strand van Knokke, samen een vijfhoek. Hierin staan een visje plus een ankertje getekend met een streep er door. Dat betekent dat in dit gebied niet gevist of geankerd mag worden. Het gebied meet twee bij twee kilometer. Bakens (vanaf het strand van Knokke duidelijk zichtbaar) geven de hoeken aan. Het gifgas en de andere munitie liggen op ten minste zeventien plaatsen binnen dit gebied onder een laag rottend slib. Het gifgas ligt er al ruim tachtig jaar en stamt uit de Eerste Wereldoorlog. Het werd in 1971 bij baggerwerkzaamheden herontdekt .
(© Kaart Rob Ruggenberg - www.greatwar.nl)

Ook na de Tweede Wereldoorlog werden op deze plaats nog veel explosieven gedumpt. Op het Nederlandse continentale plat liggen geen gifgranaten. Na de Tweede Wereldoorlog zijn wel grote hoeveelheden chemische wapens gedumpt in de Noord- en Oostzee van Noorwegen, Denemarken, Polen en Zweden. Er is een essentieel verschil tussen de dumping in de Oostzee en de Paardenmarkt. In de Oostzee liggen de granaten ver uit de kust op 300 meter diepte, op de Paardenmarkt liggen de granaten vlakbij het strand op slechts 5 meter diepte. Dit verschil is van belang omdat na onderzoek in de Oostzee, de autoriteiten hebben geconcludeerd dat men de granaten niet behoeft te ruimen en men de situatie beter kan laten zoals ze is.

Het merkwaardige nu is dat men deze conclusie ook gebruikt voor de dumpplaats op de Paardenmarkt waar echter een geheel andere situatie bestaat en de risicofactoren veel groter zijn. De Paardenmarkt valt onder de verantwoordelijkheid van de Belgische federale overheid (Ministerie van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu). Sinds 1972 is het gebied op zeekaarten aangegeven als verboden anker- en visplaats. Het gebied is tegenwoordig ook verboden voor zwemmers, duikers en surfers. Er staan echter geen waarschuwingsborden en het gebied is slechts aangegeven met enkele oranje ankerboeien. De overheid volgt het standpunt dat de granaten beter kunnen blijven liggen omdat het risico van verwijderen en de kosten onevenredig hoog zouden zijn. Het gevaar voor mens en dier lijkt volgens de overheid te verwaarlozen mits het vis- en ankerverbod wordt nageleefd.

Monitoring
Bekend is dat de Belgische overheid in 1972, 1988 en vanaf 1995 onderzoek heeft laten uitvoeren op de Paardenmarkt. In april 1995, november 1996 en april 1997 zijn monitoring-onderzoeken uitgevoerd. Een onderzoek van slibmonsters door twee verschillende laboratoria en een wateronderzoek waarvoor op de Oostelijke strekdam een meetstation is ingericht. De Belgische overheid maakte de meetfrequentie, exacte methoden en de uitslagen van deze onderzoeken tot nu toe echter niet openbaar. Er bestaat daarnaast twijfel over de betrouwbaarheid van de gebruikte methoden. De watertesten worden, gelet op de heersende zee- en getijdenstroom, niet ten oosten van de Paardenmarkt genomen maar op de strekdam die stroomafwaarts ligt. De slibmonsters worden van de bodem genomen zonder dat dieper in de bodem wordt gekeken naar de actuele toestand van de gasgranaten.

Saneringsplan
Voor zover bekend bij de inmiddels opgerichte “Stichting De Noordzee” bestaan er geen plannen om de locatie te saneren, noch bestaat er een noodscenario voor het geval dat granaten zouden losspoelen of gaan lekken. Volgens de Belgische Marine is ruiming technisch mogelijk maar zal deze operatie kostbaar zijn. De conclusie van de Belgische overheid om de gifgasgranaten ongemoeid te laten is gebaseerd op dezelfde conclusie die in onder andere OSPARCOM-verband is getrokken. Milieuorganisaties, wetenschappers en de Belgische politieke partij Agalev wijzen er op dat onvoldoende specifiek onderzoek heeft plaatsgevonden en ook aan de objectiviteit wordt getwijfeld. Het schijnt dat de Belgische overheid erg beducht is voor de negatieve gevolgen voor het toerisme en het probleem voor zich uit schuift.

Bekendheid in België en Nederland
In België is de Paardenmarkt al enige keren in het nieuws geweest. De politieke partij Agalev volgt het dossier al gedurende tien jaar. Zij heeft regelmatig vragen gesteld in het parlement. De Stichting De Noordzee heeft onlangs in Nederland geïnformeerd naar de bekendheid van dit probleem binnen de overheid en maatschappelijke organisaties. Slechts enkele ambtenaren zijn op de hoogte en meestal kunnen zij zich alleen vaag iets herinneren.
Rijkswaterstaat bijvoorbeeld gaf aan dat bij geomorfologische studies, bodemkwaliteitsonderzoeken en ecologische studies van het Westerschelde-estuarium het gifgasprobleem op de Paardenmarkt tot nu toe niet was meegenomen omdat de problematiek bij ambtenaren niet bekend was. Bij operationele diensten zoals de brandweer en politie in Vlissingen en Cadzand bleek men eveneens officieel niet op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van gifgasgranaten in zee. Alle ondervraagden vonden het nuttig om daarover wel geïnformeerd te worden.
De gifgasproblematiek is wel bekend bij ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor rampenplannen. De stuurgroep Openbare Veiligheid Zeeland heeft het probleem besproken en besloten om geen rampenplan voor mosterdgas te maken. Bij calamiteiten wordt in de Gemeenten Sluis, Oostburg en Vlissingen het rampenplan gebruikt dat ook functioneert als bijvoorbeeld gifzakjes aanspoelen.


Gevaren van mosterdgas voor de volksgezondheid

De gifgasgranaten kunnen doorroesten en gaan lekken. Het mosterdgas verliest in de loop der tijd zijn giftige werking niet. Het lekkende mosterdgas wordt niet gasvormig maar zal reageren op het zoute zeewater en zich vormen tot klompjes met een harde buitenlaag met daarin het vloeibare gas. Deze klompjes kunnen gaan drijven en met de stroming over de zeebodem bewegen. Bij aanraking van deze klont of van het vloeibare gif ontstaan brandblaren en als er damp vrijkomt zal deze ernstige beschadiging aan ogen, luchtwegen en longen veroorzaken. Mosterdgas kan mogelijk ook oplossen in water, aldus de Belgische expert professor Heyndricks, hoewel wetenschappers hier geen eenduidige mening over hebben.



Veranderende geo-morfologische situatie
De dumpplaats bevindt zich dicht bij de haven van Zeebrugge. Deze haven wordt gekenmerkt door een zeer sterke retourstroom waardoor regelmatig uitbaggeren noodzaak is. Deze baggerspecie wordt gestort op een loswal dichtbij de Paardenmarkt. Mede door deze suppleties heeft er in het gebied aanlanding plaatsgevonden waardoor de chemische wapens waarschijnlijk onder een dikke laag zand liggen. De hele kust vanaf deze locatie tot aan de Zeeuwse Delta is geomorfologisch niet stabiel en zal dit, na verwacht wordt, ook niet worden.
Voorspellingen over mogelijke erosie of sedimentatie zijn zonder regelmatige monitoring onmogelijk. Uitbaggeren van de haven en de vaargeul in België, alsmede het verwijderen van scheepswrakken en het verdiepen van de Westerschelde op Nederlands grondgebied kan volgens RIKZ mogelijk invloed hebben op de geomorfologische situatie van de Paardenmarkt en dus op het eventueel vrijkomen van granaten. België dringt overigens aan op verdere verdieping van de Westerschelde.

Implosie, stranding of ander extern geweld
De kans op spontane explosie van de wapens lijkt vrij klein. Implosie van de granaten is wel mogelijk, eventueel onder druk van de dikke laag slib. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw zonk de Herold of Free Enterprise vlak bij de dumpplaats. Soortgelijke calamiteiten zijn, vlak naast een grote zeehaven, nooit geheel uit te sluiten. Door een stranding of andere externe druk kunnen granaten open barsten.


Roest en vrijkomend gif

Volgens technische bronnen zullen de granaten uiteindelijk gaan doorroesten en lekken. Niemand kan met zekerheid vaststellen wanneer dit gebeurt. Volgens de Belgische overheid liggen de granaten onder een dikke laag zand. Hierdoor zou de kans op doorroesten klein zijn en daarom verwacht de overheid dat het gifgas niet zal gaan lekken. Over de toestand van de granaten is op dit moment echter niets bekend. De verwachting is dat, als granaten doorroesten, er grote aantallen tegelijkertijd zullen gaan lekken waardoor mogelijk grote hoeveelheden gifgas in een korte periode vrijkomen. Gezien de heersende zee- en getijdenstroom is het niet uitgesloten dat gif ook op Nederlands grondgebied (Cadzand-Breskens) terecht zal komen.

In mei 2019 is vastgesteld dat, naast het jarenlang lekken van springstof, nu ook gifgas van een aantal granaten in zee komt. In augustus zijn op het strand van Nieuwvliet stenen gevonden die fosfor bevatten,volgens deskundigen van oude munitie, alsmede een 100 jaar oude menselijke onderkaak. Er is iets gaande.

Bron:
Stichting Noordzee – 2004
eoswetenschap.eu - 2013
wereldoorlog1418.nl
Diverse