CHRISTELIJK GEMENGD ZANGKOOR ‘LOOFT DEN HEER’

Naast muziekgezelschap Excelsior richtte Wouter de Smidt in 1894 het zangkoor Looft den Heer op. Niet alleen de leden van de Vrije Evangelische Gemeente, maar ook mensen van de Hervormde Kerk, de Lutherse Kerk en de Vergadering waren welkom.

De geschiedenis wordt het duidelijkst vertelt door de heer C. Cappon uit Oostburg, in een toespraak ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum 1984:
Het koor is opgericht door aanwijzen van mijn vader Jannis Cappon, een dirigent die goed kon zingen. Hem viel de eer te beurt maar eens een zangkoor te vormen. Mijn vader kende echter geen noten en hij wendde zich tot Jacob de Bliek, die een muzikale gave bezat. Hij had echter wel enige muzieklessen nodig en kreeg deze van een zekere Van Rie uit Sluis. En dan nu maar proberen koorleden te vinden in en buiten de gemeente, want alleen Vrij Evangelisch is het koor nooit geweest. Ook mensen van de Hervormde Kerk, de Lutherse kerk en van de Vergadering hebben zich gemeld. Een foto uit 1920 maakt dat wel duidelijk:

Uiterst links: dirigent J. de Bliek.
Bovenste rij v.l.n.r.: A. Mabelis, J. Cappon, J. Voogdt, J. Sonnevijlle, J. Labijt, Iz. de Groote, W. Hamelink, J. Hoste, J. Boidin, A. Vergouwe, St. van Strien en H. de Bliek.
Middelste rij v.l.n.r.: Maria Labijt, Anna Cappon, Elisabeth de Bliek, Jaantje Lauret, Marie Sonnevijlle, Jaantje Israel, Saar Luteijn en Jo Michielsen.
Eerste rij v.l.n.r.: Jaantje de Bliek, Elisabeth Cappon, Mina van Luijk, Neeltje Cappon, Magdalena Cappon, Suzanne van Roo, Marie Vergouwe, Francien van Meenen en Janneke Cambier.

Jacob de Bliek heeft zowel het muziekkorps "Excelsior" als het koor "Looft den Heer" ruim 25 jaar trouw gediend tot hij niet meer kon door verval van krachten. Zijn zoon Hubrecht heeft nog de dirigeerstok gehanteerd, maar niet lang. Ook Stephanus Blok, orgelspeler in de eredienst, is nog een paar jaar dirigent geweest in de twintiger jaren. Daarna lag alles even stil tot 1929 toen mijn broer Jannis Cappon gevraagd werd.

We laten hem dit nu zelf vertellen:
"Het was op een Paasconferentie op de boerderij van Jacob de Bliek, toen een kerkeraadslid aan mij de vraag stelde of ik de zang weer wilde opnemen. Daar moest ik wel over nadenken en inlichtingen vragen bij de oud-dirigent J. de Bliek. Ik vroeg hem dan ook, wat ik ermee doen moest. En zoals altijd zei hij kortweg: "Dat moet je vanzelf doen". Ik was toen 20 jaar. Ik heb toegezegd het te doen, waarna er een zondag werd afgesproken om samen te komen. Er kwamen er zoveel dat ik er verlegen van werd en zo ben ik in 1929 begonnen en dirigent gebleven tot na de bevrijding. Foto: Christelijk Gemengd Zangkoor Looft den Heer, 1930.

In de oorlog heeft de zang ook een tijd stilgelegen. In de zomer van 1945 kwam de kerkeraad mij vragen of ik de zang aan Toon Bentschap-Knook wilde overgeven, omdat de koorleden toen liever hem als dirigent hadden dan mij, waarin ik toestemde."
Tot zover het verhaal van mijn bescheiden broer Jannis.

Toon Bentschap-Knook was natuurlijk ook geen onbekende op zanggebied. Hij had voor de oorlog reeds een kinderkoor en zong zelf als tenor mee in het koor "Looft den Heer". Na de oorlog, toen de kinderen van zijn kinderkoor geen kinderen meer waren en als vanzelf opgenomen werden in het koor "Looft den Heer", heeft dat er mede toe geleid dat Knook dirigent geworden is. Hoe het ook zij, het koor is veel dank verschuldigd aan mijn broer Jannis, die op zo jeugdige leeftijd het aandurfde de leiding op zich te nemen en dit altijd met enthousiasme en liefde gedaan heeft.

Ook Bentschap-Knook heeft zich helemaal ingezet voor het koor tot de kooravond van 1976, toen hij om gezondheidsredenen moest stoppen en Sjaak Basting hem opvolgde. Dit is in het kort de geschiedenis.

Nu is mij door het bestuur gevraagd, als oud-lid van de vereniging iets te vertellen over de aktiviteiten uit de periode 1929 tot 1939, toen mijn vrouw en ik moesten bedanken vanwege ons vertrek naar Ned. Oost-Indie.
De aktiviteiten van het koor waren en zijn vele:
1. Zingen in de tent met Paas- of Pinksterconferentie op het erf van Jacob de Bliek. Hier speelde ook altijd de muziekvereniging "Excelsior" in de pauze buiten de tent, zijn stukken. Prachtig. En ook niet te vergeten het koor uit Breskens (dir. Basting sr.) en uit Cadzand (dir. de Bruyne-van Melle).
2. Zingen op kooravonden. Eerst in Breskens in het lokaal Weijkman, met als leider de onvergetelijke fabrieksdirecteur I. van Melle, tevens dirigent.
Later zongen we in het oude en nieuwe Ledeltheater in Oostburg en de laatste jaren in de Herv. Kerk te Breskens.
3. Zingen op de zomerfeesten, die jaarlijks gehouden werden op een of andere boerderij, georganiseerd door een zg. "regeringscommissie", bestaande uit leden van de Herv. Geref en Vrij Evang. kerken. Deze feesten zijn gehouden tot 1940. Ook de Chr. Muziekverenigingen uit Cadzand en Groede gaven hun medewerking.
4. Zingen op Zeeuwse zangersdagen, waarvan ik me herinner, die in Biezelinge en Zaamslag.
5. Zingen in de Zuidertentzending, waarin predikanten uit verschillende kerken voorgingen.
6. Zingen op de jaarlijkse uitvoering in het oude kerkje in Nieuwvliet. Ook was er na elk afsluitingsjaar een gezellig onderonsje.
7. Zingen in het St. Antonius Ziekenhuis. Wat een klank zat er in dat oude gebouw. Later kwamen daarbij optredens in pracktisch alle bejaardentehuizen van West Zeeuwsch-Vlaanderen.

Hoogtepunten voor elke zang zijn: het naar buiten optreden.
Daartoe werd vóór de oorlog elke zondagmiddag na de tweede kerkdienst gerepeteerd. De zangers hadden het wel druk op zondag hoor. Thans wordt er op dinsdagavond gerepeteerd. En als het tegen een uitvoering loopt, meerdere avonden per week. Fijne en leuke herinneringen heb ik - en velen met mij - bewaard aan deze zangvereniging en de plaatsen waar zij optrad. Een Zeeuwse zangersdag zullen we nooit vergeten, nl. die van Biezelinge uit 1931. Hoe moest je nu in Biezelinge komen? Iz. van Melle wist wel een oplossing. Hij had schepen genoemd naar zijn zoon Gideon en met één van die boten voeren we mee van Breskens naar Hoedekenskerke. Vanaf Hoedekenskerke was het lopen geblazen; over de dijkwegen in de Zak van Zuid-Beveland naar Biezelinge. Zelf zingen en luisteren naar andere koren en weer lopend terug. Maar je was jong en je genoot van elkaar en van de tocht en van ontluikende genegenheden.

De geschiedenis van "Looft den Heer" is er een met ups en downs, vooral ook door de laatste wereldoorlog, maar ze bleven komen als er maar een dirigent bereid was om leiding te geven aan leden van 15 tot 60 jaar. Soms waren de jongens nog te jong en werden ze als alt ingezet. We zongen niet graag in vreemde talen en zeker niet in het latijn.
We kunnen van het koor zeggen dat de gezongen liederen verstaanbaar waren en zijn. En dat is belangrijk voor een koor dat de Heer wil loven en het ook wil doorgeven aan zijn hoorders. Nog een paar vraagjes: Komen jullie regelmatig? Komen jullie altijd op tijd op de repetities? Als er een partij apart oefent, wat doen de andere drie partijen dan? Zachtjes hun eigen partij mee-neurien? Of liever wat gezellig babbelen? Of puzzels oplossen? Ik heb wel gezien en gehoord, dat de stemming in de vereniging prima is en het samenzijn gezellig. Houen zo!
Ik heb dikwijls naar jullie zang geluisterd en dan kon ik nooit nalaten (daar moet je dan een oude schoolmeester voor zijn), om elk gezongen nummer in gedachten een beoordeling te geven. Meestal was het gemiddelde van alle liederen een 7 of daaromtrent. Maar wie ben ik? Te streng misschien? Of te soepel! "Looft den Heer" kreeg van de Heer misschien wel een 10!

Wat de betekenis van "Looft den Heer" in de voorbije 90 jaar geweest is, weet de Here God alleen, maar ook vermoedt en weet dat velen voor ons, velen van ons en wellicht velen na ons, zijn en gezegend worden door het gezongen Evangelie. Ik ben begonnen met Wouter de Smidt, ik wil er ook mee eindigen. "Looft den Heer'' heeft ook op een kerkhof gezongen en wel te Cadzand in 1920, toen de stichter der gemeente begraven werd.


Foto: Christelijk Gemengd Zangkoor Looft den Heer bij het 100-jarig jubileum in 1994.

Bron:
Diverse
Cadzandgeschiedenis, Bert Voets