Obinsweg.
In 1857 kochten Izaak Luteijn en Maria de Hullu het arbeidershofsteedje van J. Verbrugge, bouwden er een nieuw huis en een nieuwe schuur en voegden er enkele landerijen bij van de door hen bewoonde hofstede. Vervolgens zijn hier gekomen hun zoon David Luteijn en Francina Bouwens. Deze zijn in 1897 verhuisd naar de Grote-Loodijkpolder (nr. 26).
Toen is op de hofstede gebleven hun zoon Abraham Luteijn, die in 1899 vertrok.
In ditzelfde jaar is zijn broer Pieter Luteijn eigenaar geworden. Hij verpachtte de hofstede aan Jacob Frederik Geluk en Cornelia Berrevoet, afkomstig van Schouwen-Duiveland.
Deze zijn in 1913 vertrokken naar Kruiningen en opgevolgd door de zoon van de eigenaar, David Luteijn en Magdalena Luteijn Davidsdochter. Dit echtpaar trok in 1942 "naar den binnen" en op het hof kwam nu hun zoon Pieter Luteijn, gehuwd met Maria van Cruijningen Izaaksdochter.
Bron:
De Hofsteden van Cadzand, J. de Hullu, 1928
De hofsteden van Cadzand, Retranchement en Zuidzande, drs. H.A.M. van de Vijver, 1977