Kokersweg.
Vermoedelijk is dit dezelfde hofstede als die waarvan de timmer en de plantage op 5 april 1760 door de echtelieden Jacob van Houte Daniëlszoon en Sara Risseeuw en de kinderen van Sara Risseeuw, die ze had bij haar vorige echtgenoot Abraham den Dekker, voor ƒ 2370,- werden overgedragen aan Zacharias Koolman en door deze op 15 juli 1763 voor ƒ 2520,- wederom werden overgedragen aan Isaac Taillie.
In 1766 woonde hier Abraham Wage. De man overleed in 1805, zijn weduwe, Elizabeth Janssen, bleef hier tot 1811. Toen zijn hier gekomen Abraham de Vlieger en Jozina Catharina du Bois. De vrouw is gestorven op 22 januari 1819 en de man is hertrouwd op 21 april 1819 met Sara Obijn. De vrouw overleed op 16 december 1847 en haar zoon Pieter de Vlieger, gehuwd met Maria Bosschaart bleef op de hofstede.
In 1890 is de hofstede verkocht aan Krijn Tol uit Breskens en vervolgens een tijdlang bekasteleind.
In 1893 zijn er als pachters gekomen de dochter Johanna Tol en Jacob Kouwe, die in 1918 zijn opgevolgd door Adriaan Pieter de Jonge en Pieternella Jansen van Rosendaal. Deze zijn hier gebleven tot in 1919. Toen zijn er gekomen Clement Cornelis Verhage en Sara Jozina Dhont.
Op 15 mei 1924 is de schuur afgebrand door het onweer.
In 1927 is Verhage vertrokken na de hofstede uit de hand te hebben verkocht aan Izaak Risseeuw en Suzanna Elizabeth Haartsen, die in 1928 van het hof De Drieweg onder Groede naar hier zijn verhuisd.
Nadat zij in 1946 waren vertrokken werden zij opgevolgd door hun zoon Zeger Cornelis Risseeuw, gehuwd met Maria Suzanna Masclee uit Retranchement. Zij bleven tot 1949, waarna in hun plaats kwamen de broer Jacobus Risseeuw en Anna Sara Aarnoutse. In 1973 werd er een nieuw huis gebouwd.
Bron:
De Hofsteden van Cadzand, J. de Hullu, 1928
De hofsteden van Cadzand, Retranchement en Zuidzande, drs. H.A.M. van de Vijver, 1977
Google Earth