35) TIENHONDERDPOLDER. Zwartepolderweg 14 Op 18 december 1699 droeg Cornelis Hoogerwerff te Sluis de timmer van deze, destijds door Daniel Vervate bewoonde, hofstede met de baning van 56 gemeten pachtland over aan Vervate voornoemd voor ƒ 1.000 boven de onkosten. Op 15 maart 1701 droeg Vervate de timmer, zonder eigendom van land, voor ƒ 2.300 over aan Jacob van Houte Jacobszoon, die op 3 maart 1701 trouwde met Marie Madeleine Bocquet. De hofstede werd al door hen bewoond. Van Houte droeg de timmer met de baning van 69 gemeten pachtland op 9 oktober 1713 voor ƒ 1.050 over aan Jean Beghin, geboortig van St. Ghin-en-Weppes bij Rijsel. die gehuwd is geweest met Marie Strain en op 1 april 1730 overleed. Jacob van Houte kocht de hofstede St. Jansdijk 1 in de St. Janspolder. De erfgenamen van Beghin hebben vervolgens op 18 mei 1730 de timmer voor ƒ 504 overgedaan aan Pieter Albert, die hier toen gewoond heeft tot omstreeks 1749, in welk jaar hij de timmer op 16 augustus voor ƒ 650 overdroeg aan maarten Bril, geboren te Boeschepe bij Belle (Bailleul), en Françoise de Bert, geboren te St. Janscapelle bij Belle. Deze hebben hier sedert gewoond. De vrouw gestorven 21 december 1773, de man 2 januari 1774. In 1774 gekomen Abraham Steijaard, die gehuwd is geweest met Magdalena Liebert. De vrouw gestorven 11 februari 1815. In 1821 is alhier de schuur door brandstichting in de as gelegd. In 1835 is Steijaard na een verblijf van 61 jaren van hier vertrokken en opgevolgd door Jacobus de Zoute en Suzanna de Bruijne. In hetzelfde jaar is de hofstede met 12 gemeten land voor ƒ 1.200 gekocht door Abraham van Houte te Schoondijke. Suzanna de Bruijne overleed 8 april 1848. In 1870 heeft De Zoute zijn land onder zijn kinderen verdeeld, die meest hun aandelen hebben gekocht, en toen is op de hofstede gebleven zijn dochter Suzanna de Zoute, die gehuwd was met Pieter Adriaansen. In 1880 zijn deze vertrokken naar Noord-Amerika en in hetzelfde jaar is het hof gekocht door Abraham Luteijn Abrahamszoon te Breskens. Sedert die hebben hier als pachters of kasteleins gewoond Michiel Beun en Maria van Houte, Jannes de Meester en Maria Luteijn. In 1885 is het gedoe verkocht aan de hypotheekhouders en zijn er als pachters op gekomen Jozias Cijsouw en Suzanna Salomé, die in 1896 vertrokken naar de hofstede Sternlust onder Sint Kruis en in wier plaats zijn gekomen 's mans broeder Abraham Cijsouw en Jacoba Frelier. In 1902 is het hof gekocht door Adriaan Quaak onder IJzendijke, wiens zoon Jacobus Pieter Quaak en Johanna Christina Krijger hier in 1904 zijn gekomen in plaats van het echtpaar Cijsouw-Frelier, dat in 1903 vertrok naar een hofstede onder Groede. In 1913 zijn Quaak en zijn vrouw verhuisd en alhier gebleven een zoon en een dochter om het bedrijf waar te nemen, totdat in 1917 ook deze zijn vertrokken. Daarop hebben hier tot 1919 enige arbeiders gewoond. Toen zijn gekomen Izaak Jacobus de Hullu en Jacomina Quaak. In 1921 zijn die opgevolgd door Abraham Lous en Janna Traas, die te voren hadden geboerd onder Serooskerke en de timmer met een deel land hebben gekocht. Deze hebben hier gewoond tot 1927, toen zij vertrokken zijn naar Ruurloo in Gelderland na het hof te hebben verkocht aan Laurus Rijk en Maria Boonman uit Zuid-Beveland, die het in hetzelfde jaar metterwoon hebben betrokken. In 1933 opgevolgd door Adriaan Quaak en Cornelia van de Wekken uit Middenschouwen. Deze gingen in 1945 in Frankrijk boeren. In hun plaats kwamen Herman Faes, geboren te 's-Heerenhoek in 1908 en Gerarda Maria Louisa Van de Haege, geboren te Sint-Laureins in België in 1914. De man stierf in 1968. Het woonhuis is momenteel tevens pension voor toeristen. Bron: De Hofsteden van Cadzand, J. de Hullu, 1928 De hofsteden van Cadzand, Retranchement en Zuidzande, drs. H.A.M. van de Vijver, 1977 Lex van Houte |